Voorwaardelijke celstraf en taakstraf na verduistering 164.000 euro als woonbegeleider COA
/De rechtbank Noord-Holland heeft een 32-jarige vrouw veroordeeld voor het verduisteren van 164.000 euro van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in Den Helder. Dat gebeurde in de periode van 2014 tot en met 2018 toen ze daar als woonbegeleider werkte. De rechtbank heeft haar een voorwaardelijke celstraf opgelegd van zes maanden en een taakstraf van 200 uur. Ook moet ze dit bedrag terugbetalen aan het COA. Haar 36-jarige partner is vrijgesproken van witwassen.
Voorschotten
De verdachte was bij het COA in Den Helder als woonbegeleider in dienst en had financiële problemen. Ze kon in die functie beschikken over geldbedragen die als voorschotten werden uitgekeerd als zogenoemde moneycards voor asielzoekers die niet werkten. Met deze moneycards konden asielzoekers wekelijks leefgeld opnemen. De verdachte deed net alsof deze moneycards niet werkten en dat zij daarom aan asielzoekers voorschotten moest verstrekken. Deze zogenaamd verstrekte voorschotten hield ze echter zelf. Toen het COA dit ontdekte, werd ze op staande voet ontslagen. Hoewel het volgens de verdachte ging om een geldbedrag van 100.000 euro, stelt de rechtbank mede op basis van onderzoek van het COA vast dat het om 164.000 euro gaat.
Daarnaast leidde de verdachte een kredietverstrekker en leasemaatschappij om de tuin door op andermans naam een krediet- en een leaseovereenkomst te sluiten. Daarmee pleegde ze valsheid in geschrifte.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte op geraffineerde wijze te werk ging. Ze was kennelijk slechts uit op eigen financieel gewin. De verdachte heeft door haar handelen het vertrouwen dat in haar als werknemer werd gesteld op ernstige wijze geschonden. Bovendien heeft het COA door haar handelen financiële schade geleden.
Alles afwegende vindt de rechtbank dat een onvoorwaardelijke celstraf op zijn plaats is. Maar gelet op haar persoonlijke omstandigheden en door de overschrijding van de redelijke termijn met 20 maanden, komt de rechtbank tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een taakstraf van 200 uur. Gedurende haar proeftijd van 2 jaar moet ze onder meer meewerken aan schuldhulpverlening.
Vrijspraak partner
De 36-jarige partner van de verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van witwassen. De verdachte had een deel van het geld dat zij had verduisterd op bankrekeningen van haar partner (ongeveer 14.000 euro) en van zichzelf (ongeveer 69.000 euro) gestort. De partner van de verdachte werd verdacht van het voorhanden hebben van die 83.000 euro, terwijl ze wist of kon vermoeden dat het geld van enig misdrijf afkomstig was. De rechtbank oordeelt echter dat niet kan worden aangenomen dat de partner wist dat het geld een criminele herkomst had. Ze had geen toegang tot de rekening waar het meeste geld op was gestort, wist niet van de stortingen en regelde zelf niet de financiële zaken.