Vrijspraak terzake van reinigingswerkzaamheden aan gevels: aannemelijk dat verdachte alle nodige maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat afvalstoffen op de bodem zouden komen
/Gerechtshof Amsterdam 13 februari 2013, LJN BZ1152 De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd, te weten een geldboete van € 325.
Hof: Gelet op de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, acht het hof het aannemelijk dat verdachte alle nodige maatregelen heeft getroffen, zoals het gebruik van een zeil aan de voet van de te reinigen gevels, die redelijkerwijs van haar mochten worden verwacht om te voorkomen dat de afvalstoffen (afkomstig van reinigingswerkzaamheden aan de gevels) op de (onbeschermde) bodem terecht zouden komen.
Tevens neemt het hof daarbij in aanmerking de op de ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaringen van de getuigen-deskundigen H. Mulder en A. Marchant, inhoudende dat Olivine-zand, indien niet vermengd met afvalstoffen, niet schadelijk is voor het milieu.
Voorts is de door de verbalisanten bij en onder de compressor aangetroffen hoeveelheid Olivine-zand vermengd met leidingwater, die de verdachte bij de reinigingswerkzaamheden gebruikte, niet een stof, waarvan verdachte zich wilde ontdoen. Daarmee is de onder compressor aangetroffen hoeveelheid stof niet aan te merken als een afvalstof en kan naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen worden verklaard hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Lees hier de volledige uitspraak.