Vrijspraak witwassen: geld in auto betrof deel van bedrijfsomzet die verdachte buiten het zicht van de fiscus wilde houden. Dit is nog geen strafbaar feit, nu het bedrijf nog geen aangifte had gedaan.
/Gerechtshof Den Haag 22 december 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:4128
Verdachte wordt verdacht van witwassen. In geval van witwassen dient te worden bewezen dat de tenlastegelegde voorwerpen – in dit geval een geldbedrag en een auto – uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Naar het oordeel van het hof was in de onderhavige zaak met betrekking tot het geld een vermoeden van witwassen gerechtvaardigd, met verwijzing naar de omstandigheden waaronder het geld - een bedrag van in totaal €126.665 in de auto bij verdachte is aangetroffen, in combinatie met de verklaringen die hij in eerste instantie ten overstaan van de politie heeft afgelegd.
Vervolgens heeft verdachte alsnog verklaringen gegeven voor de herkomst van het geldbedrag. Daarbij heeft hij, kort gezegd, aangevoerd dat het geldbedrag de optelsom betreft van zijn bedrijfsomzet en zakelijke en persoonlijke leningen. Anders dan het openbaar ministerie, is het hof van oordeel dat die latere verklaringen van verdachte concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Het feit dat de door verdachte overgelegde boekhouding mogelijk niet (geheel) sluitend is en er verschillen bestaan tussen de bij verdachte aangetroffen handgeschreven boekhouding en de boekhouding die door de accountant van verdachte is opgemaakt, brengt niet met zich mee dat met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat (een groot deel van) het geldbedrag uit een andere bron dan de bedrijfsomzet afkomstig is.
Het gegeven dat de verdachte mogelijk een deel van die bedrijfsomzet buiten het zicht van de fiscus wilde houden, kan een verklaring voor de rommelige boekhouding zijn en levert op zichzelf op dat tijdstip nog geen strafbaar feit op, nu het bedrijf nog geen belasting-aangifte had gedaan of hoeven doen.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen auto, een BMW, type 3 serie, is het hof eveneens van oordeel dat niet met voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat het geld, waarmee verdachte de auto heeft gekocht, geen legale herkomst had, zodat de verdachte ook daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het oordeel van het hof is dan ook dat verdachte behoort te worden vrijgesproken van de hem cumulatief/alternatief tenlastegelegde feiten.
Lees hier de volledige uitspraak.