Wanneer de b.p. gebruik maakt van haar bevoegdheid tot toelichting van haar vordering, treedt zij niet op als getuige. Afgelegde verklaring kan niet worden gebruikt voor het be-wijs.
/Hoge Raad 22 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:974
Feiten
Ten laste van de verdachte is onder 1 bewezenverklaard dat: "hij op 30 juli 2011 te Rotterdam aan een persoon genaamd [verbalisant 1], politieambtenaar, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, een gebroken rechter wijsvinger en verwondingen aan de rechter wijsvinger, heeft toegebracht, door opzettelijk met kracht in die wijsvinger te bijten."
Deze bewezenverklaring steunt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, op de volgende bewijsmiddelen:
"2. Een geschrift, zijnde een Medische Informatie/ Letselbeschrijving d.d. 2 augustus 2011 van Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond, opgemaakt en ondertekend door L.C. Los, forensisch arts. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Medische Informatie/Letselbeschrijving
[verbalisant 1], geboren op [geboortedatum] 1981
Letselbeschrijving en conclusie
Objectieve bevindingen:
Bijtwondjes aan de vingers; bijtwond aan de wijsvinger bij de nagel met bloeduitstorting onder de nagel en aan de middelvinger rechts met aan de binnenzijde een wond van 2 mm. Op aanvullend röntgenonderzoek werd een breuk aan de wijsvinger gezien.
Genezingsduur:
± 6 weken.
3. Een geschrift, zijnde een Medische Informatie/ Letselbeschrijving d.d. 5 september 2011 van Forensisch Artsen Rotterdam Rijnmond, opgemaakt en ondertekend door M.M. Mulders, forensisch arts. Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
Medische Informatie/Letselbeschrijving
[verbalisant 1], geboren op [geboortedatum] 1981
Objectieve bevindingen:
Er was sprake van enige bewegingsbeperking van de wijsvinger rechts. Tevens een doof gevoel in de topjes van wijs- en middelvinger rechts.
Genezingsduur:
De gevoelsstoornis zal waarschijnlijk binnen 3-6 maanden herstellen."
Met betrekking tot de bewezenverklaring heeft het Hof voorts nog het volgende overwogen:
"Met betrekking tot de vraag of het zwaar lichamelijk letsel, zoals onder 1 primair is ten laste gelegd, bewezen kan worden verklaard gaat het hof op grond van de inhoud van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting uit van het navolgende.
[verbalisant 1] is door de verdachte in de rechter wijs- en middelvinger gebeten, zodanig dat hij daardoor bijtwonden aan deze vingers heeft opgelopen en zijn rechterwijsvinger is gebroken.
Ter toelichting op zijn vordering tot schadevergoeding heeft [verbalisant 1] ter terechtzitting in hoger beroep van 21 december 2012 onder meer verklaard dat hij door de bijtwonden en de vingerbreuk zes weken uit de roulatie is geweest, alsmede dat hij tot op heden nog steeds geen gevoel in het topje van zijn rechterwijsvinger heeft en dat dit ook niet meer zal terugkeren.
Het hof merkt op grond van het bovenstaande het letsel aan als zwaar lichamelijk letsel."
Middel
Het middel klaagt onder meer dat het Hof ten onrechte de door de benadeelde partij ter terechtzitting in hoger beroep gegeven toelichting op haar vordering tot het bewijs heeft gebezigd.
Beoordeling Hoge Raad
Wanneer de benadeelde partij gebruik maakt van de haar in art. 334, derde lid, Sv gegeven bevoegdheid tot toelichting van haar vordering, treedt zij niet op als getuige. De door haar in dat verband - niet als getuige en evenmin onder ede - afgelegde verklaring kan daarom door de rechter niet worden gebruikt voor het bewijs van het aan de verdachte tenlastegelegde.
Het middel klaagt terecht dat het Hof dit heeft miskend.
Lees hier de volledige uitspraak.