WODC: Omkoping belangrijkste corruptiedreiging op Schiphol en in Rotterdamse haven
/Het omkopen van medewerkers van publieke instanties met verantwoordelijkheid voor toezicht, opsporing en handhaving komt naar voren als risico met de grootste potentiële impact in een onderzoek naar drugsgerelateerde corruptie op Schiphol en de Rotterdamse haven. Ook corruptie via het wegkijken of het faciliteren van corrumperend gedrag kan bij beide mainports een grote impact hebben. Dit blijkt uit onderzoek van RAND Europe in opdracht van het WODC.
In het onderzoek hebben experts gekeken naar welke drugsgerelateerde corruptiedreigingen er zijn en wat hun impact zou kunnen zijn. Ook zijn zij nagegaan in hoeverre bestaande beleidsinstrumenten de weerbaarheid tegen deze dreigingen vergroot en welke risico’s er dan overblijven. Tenslotte is bekeken welke aanvullende beleidsinstrumenten een wezenlijke bijdrage zouden kunnen leveren aan verdere preventie of repressie van corruptie op Schiphol en in de Rotterdamse haven.
Omkoping ambtenaren heeft hoogste impact
Bij Schiphol zou het dan gaan om medewerkers die kennis hebben van de kwetsbaarheden in de rechtshandhavingsketen. Bij de Rotterdamse haven gaat het ook om medewerkers van de verschillende organisaties betrokken bij toezicht, handhaving, opsporing en regelgeving. Uit eerder onderzoek bleek ook al dat omkoping van ambtenaren een grote impact heeft. Er is dan ook al veel beleid ontwikkeld om dergelijke ambtelijke corruptie te voorkomen, beperken en terug te dringen. Experts schatten dit beleid als redelijk effectief in en oordelen dat de mainports dan ook al relatief weerbaar zijn voor deze corruptiedreiging.
Andere corruptiedreigingen
Het wegkijken of faciliteren van corrumperend gedrag zou bij Schiphol zichtbaar zijn via ongeschreven gedragsregels van de werkvloer in de bagagekelders, zoals een zwijgcode, die soms met harde hand wordt gehandhaafd. In de haven van Rotterdam is er volgens de deskundigen in de gehele logistieke keten van met name de containerterminals een beperkte bereidheid om personen op corrupt gedrag aan te spreken en/of om dit te rapporteren. Daarnaast is Schiphol relatief kwetsbaar voor corruptie door omkoping van personen die hun netwerk gebruiken om mensen te positioneren in de logistieke keten, door RAND aangeduid als makelaars. Bij Rotterdam blijken medewerkers die betrokken zijn bij het transport naar het achterland gevoelig voor corruptie via chantage. Omdat dit buiten de invloedssfeer van de havenautoriteiten plaatsvindt, is er ook lastig beleid tegen te ontwikkelen en is dus sprake van een relatief lage weerbaarheid.
Mogelijke maatregelen ter versterking van anti-corruptiebeleid voor beide mainports
Er is de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in anti-corruptiebeleid op Schiphol en in Rotterdam. Dit heeft bijgedragen aan het weerbaarder maken van de luchthaven en de haven tegen de geïdentificeerde corruptierisico’s. Niettemin benoemen deskundigen enkele mogelijkheden voor het versterken van de weerbaarheid van beide mainports tegen corruptie. Voor Schiphol zou dat kunnen bestaan uit effectievere informatie-uitwisseling tussen publieke en private partijen over voorvallen met bepaalde personen. Daardoor kan sneller actie worden ondernomen met betrekking tot de (geldigheid van de) toegangspas.
Ten aanzien van Rotterdam stelden sommige deskundigen voor om financiële ondersteuning te geven aan havenmedewerkers in de lagere salarisschalen. De meest kwetsbare medewerkers zouden dan minder vatbaar worden voor omkoping.