HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. strafrechtelijke aansprakelijkheid van feitelijke leidinggever en opzet van leidinggever
/Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2247
De klacht is ten aanzien van alle onder 1 t/m 4 bewezenverklaarde feiten (vrijwel) identiek en komt erop neer dat de telkens in de motivering van het hof terugkomende overwegingen dat verdachte er “rekening mee [had] moeten houden” en dat verdachte “redelijkerwijs had kunnen weten” (feit 1 en 4) onvoldoende is voor het bewijs van het voor feitelijk leidinggeven vereiste opzet, en dat het hof aldus een onjuiste maatstaf heeft aangelegd. Subsidiair, voor zover in de overwegingen van het hof wel de juiste maatstaf kan worden ingelezen, zouden de bewijsmiddelen te weinig inhouden voor het oordeel dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de verboden gedraging(en) zich zou(den) voordoen.
Read More