Integrale vrijspraak overtreding art. 2.1. Wet dieren in hoger beroep
/Gerechtshof Den Haag 22 augustus 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:2395
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis. Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is naar het oordeel van het hof onvoldoende overtuigend naar voren gekomen dat de verdachte als eigenaar, houder dan wel anderszins verantwoordelijk kan worden geacht voor de gedragingen ten aanzien van de betrokken pony’s zoals primair en subsidiair omschreven in de tenlastelegging.
Derhalve is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Lees hier de volledige uitspraak.