Af­de­ling be­stuurs­recht­spraak ver­laat gron­den­trech­ter, be­hal­ve in het om­ge­vings­recht

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verlaat de zogenoemde grondentrechter. Op basis hiervan liet de Afdeling bestuursrechtspraak bezwaren (‘gronden’) die voor het eerst in hoger beroep werden aangevoerd, buiten beschouwing als er geen goede reden was waarom die bezwaren niet al bij de rechtbank konden worden aangevoerd. De grondentrechter blijft wel gehandhaafd in het omgevingsrecht vanwege de belangen van derden. In alle andere zaken wordt de grondentrechter nu  verlaten. Dit staat in twee uitspraken.

Nieuwe bezwaren inhoudelijk beoordelen

Door het verlaten van de grondentrechter is het mogelijk om in hoger beroep nieuwe bezwaren aan te voeren die niet eerder bij de rechtbank zijn aangevoerd. De Afdeling bestuursrechtspraak zal die nieuwe bezwaren voortaan inhoudelijk beoordelen. Hiermee sluit zij aan bij de andere hoogste bestuursrechters die geen grondentrechter toepassen. De nieuwe rechtspraaklijn verhoogt de rechtsbescherming, draagt bij aan de rechtseenheid in het bestuursrecht en creëert voor de rechtspraktijk duidelijkheid.

Goede procesorde

Het verlaten van de grondentrechter betekent niet dat er in elk stadium en ongelimiteerd nieuwe bezwaren kunnen worden aangevoerd in hoger beroep. Voor een zorgvuldige en efficiënte hoger beroepsprocedure moet tijdig vaststaan waar de rechtsstrijd over gaat. Komt iemand zo laat in de procedure met nieuwe bezwaren dat andere partijen daardoor worden overvallen of daarop niet meer fatsoenlijk kunnen reageren? Of leidt een inhoudelijke behandeling van de laat ingediende nieuwe bezwaren tot onaanvaardbare vertraging in de behandeling van de zaak? Dan kan de bestuursrechter met het oog op de ‘goede procesorde’ die nieuwe bezwaren toch buiten beschouwing laten.

Grondentrechter wel in het omgevingsrecht

In het omgevingsrecht zal de Afdeling bestuursrechtspraak de grondentrechter wel blijven hanteren. Reden daarvoor is dat in dit soort zaken vaak de belangen van derden een belangrijke rol spelen. De bestuursrechter moet namelijk niet alleen waken over de (proces)positie van iemand die (hoger) beroep instelt, maar ook over de positie van andere partijen en (derde) belanghebbenden, zoals vergunninghouders en degenen die om handhaving hebben gevraagd. Daar komt bij dat het in het omgevingsrecht vaker gaat om zaken met grote maatschappelijke belangen zoals infrastructurele projecten, woningbouw en energietransitie met korte wettelijke termijnen. In die zaken is een efficiënte rechterlijke procedure extra belangrijk. Alleen als uitgesloten is dat anderen benadeeld worden, kan de bestuursrechter een uitzondering maken en een nieuw bezwaar in hoger beroep toch inhoudelijk beoordelen.

Voor welke zaken blijft grondentrechter bestaan?

De grondentrechter blijft van toepassing in omgevingsrechtelijke zaken. Dat zijn zaken op grond van onder andere de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Tracéwet, de Wet natuurbescherming en de Mijnbouwwet. Ook voor zaken waar de Crisis- en herstelwet op van toepassing is, zal de grondentrechter blijven gelden.

Binnen het vreemdelingenrecht geldt het zogenoemde grievenstelsel dat uitgaat van een grondentrechter. Dat blijft onveranderd.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak:

Print Friendly and PDF ^