AG HvJ EU: Fabrikant van auto’s met ‘sjoemelsoftware’ kan worden aangeklaagd in de lidstaat van aankoop
/Een onderneming kan door de kopers van auto’s die zij heeft gemanipuleerd, worden aangeklaagd voor de rechtbanken van de lidstaat waar die voertuigen zijn gekocht. Dat is het advies van advocaat-generaal Campos Sánchez-Bordona aan het EU-Hof in de zaak van Verein für Konsumenteninformation tegen Volkswagen AG.
Het Duitse bedrijf Volkswagen installeerde een apparaat in zijn auto’s (manipulatiesoftware) dat op de testbank de werkelijke uitlaatgasemissiewaarden maskeerde, in strijd met de bepalingen van het EU-recht. Deze manipulatie werd in 2015 aan het publiek bekendgemaakt.
De Oostenrijkse consumentenvereniging ‘Verein für Konsumenteninformation’ (VKI), heeft voor 574 kopers van gemanipuleerde auto’s schadevergoedingen geëist bij een Oostenrijkse rechter. De kopers verwierven deze auto’s in Oostenrijk van commerciële autohandelaren of particuliere verkopers, voordat de manipulatie openbaar was gemaakt. VKI vordert van Volkswagen vergoeding van de veroorzaakte schade (in wezen het verschil tussen de prijs van een gemanipuleerd voertuig en de werkelijk betaalde prijs), samen met een verklaring waarin de aansprakelijkheid van Volkswagen wordt vastgesteld voor nog niet kwantificeerbare toekomstige schade (zoals de grotere waardevermindering of de rijverboden voor de betrokken voertuigen). De verwijzende rechter is niet zeker of hij internationaal bevoegd is om de zaak te behandelen, en heeft daarom het EU-Hof om een prejudiciële beslissing verzocht.
In de conclusie stelt de AG dat de verzoekers overeenkomstig de algemene regels inzake internationale bevoegdheid ( verordening 1215/2012 ) moeten worden gedagvaard voor de gerechten van de lidstaat waar de verweerder zijn woonplaats heeft. Er zijn echter alternatieve rechtsmachten. Zo biedt de verordening ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad de eisers de mogelijkheid om zich te wenden tot de gerechten van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen.
Hoewel dit betrekking heeft op zeer uiteenlopende situaties, moet de keuze van het forum voldoen aan het beginsel van voorspelbaarheid van de regels voor de partijen en het beginsel van nabijheid: dat wil zeggen dat er een bijzonder nauw verband moet bestaan tussen het bevoegde gerecht en het geschil. Dit om de rechtszekerheid te waarborgen en te voorkomen dat een persoon wordt gedagvaard voor een gerecht van een lidstaat die deze persoon redelijkerwijs niet had kunnen voorzien.
Wanneer de onrechtmatige gedraging en de gevolgen ervan zich in verschillende lidstaten bevinden, kan de verzoeker kiezen tussen het gerecht van de plaats waar de schade is ontstaan of het gerecht van de plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan, aangezien wordt aangenomen dat beide plaatsen een significant verband houden met het geschil.
Volgens de A-G is de schadeveroorzakende gebeurtenis in de onderhavige zaak de installatie van de software die de emissiegegevens van het voertuig heeft gewijzigd. De plaats waar de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan, is Duitsland, aangezien daar de gemanipuleerde voertuigen zijn vervaardigd. Bijgevolg zou, overeenkomstig de algemene regel, de voertuigfabrikant als in Duitsland gevestigde persoon in beginsel onderworpen zijn aan de bevoegdheid van de rechtbanken van die lidstaat. Aangezien de vordering echter is gebaseerd op een onrechtmatige daad kan deze persoon ook worden gedagvaard voor het gerecht van de plaats waar de schade is ontstaan.
Om vast te stellen waar de schade is ontstaan, moet volgens de rechtspraak alleen de oorspronkelijke schade in aanmerking worden genomen, en niet de gevolgschade. Volgens de A-G veroorzaakt het verschil tussen de betaalde prijs en de waarde van het gemanipuleerde voertuig in dit geval een financieel verlies dat tegelijk met de aankoop van het voertuig plaatsvindt.
In de tweede plaats is hij van mening dat de personen die de auto’s hebben gekocht directe slachtoffers zijn, aangezien de financiële schade die zij beweren te hebben geleden, niet voortvloeit uit eerdere schade die andere personen vóór hen hebben geleden. Dit is te wijten aan het feit dat het waardeverlies van de voertuigen pas werkelijkheid werd toen de manipulatie van de motoren openbaar werd gemaakt. Personen die het voertuig van een andere, eerdere koper hebben verkregen, zijn dus ook rechtstreeks slachtoffer.
Aangezien de locatie van het voertuig te voorzien is, is de A-G van mening dat de plaats waar de schade is ontstaan (de plaats waar de transactie is gesloten) op grond waarvan het product deel is gaan uitmaken van het vermogen van de betrokkene en de schade heeft veroorzaakt.
De gerechten van die plaats zullen (internationaal) bevoegd zijn indien de andere specifieke omstandigheden van de zaak ook de toewijzing van de bevoegdheid aan die gerechten ondersteunen, rekening houdend met de criteria van nabijheid en voorspelbaarheid. Deze omstandigheden variëren naar gelang de kenmerken van elk geschil. De A-G benadrukt dat het onderzoek van deze omstandigheden als geheel uitsluitend tot doel moet hebben de bevoegdheid van het gerecht van de plaats waar de schade is ontstaan, te bevestigen. Dit onderzoek mag niet worden gebruikt om te kiezen welk gerecht ten gronde over de zaak moet beslissen.
Lees hier de volledige conclusie.