Amerikaanse regelgeving omtrent import en export van goederen: hoe te voorkomen in dit moeras af te glijden?
/In dit artikel wordt ingegaan op de Amerikaanse regelgeving op het gebied van het exporteren van Amerikaanse goederen, halffabricaten, onderdelen, know how, technologie en data. Vaak zijn ondernemingen zich niet bewust van deze achterliggende regelgeving en de rechtstreekse gevolgen van een inbreuk daarop. Ook het hebben van medewerkers die een Amerikaanse nationaliteit of greencard hebben, kan de oorzaak zijn dat wetgeving van de Verenigde Staten (VS) van toepassing is. Bijvoorbeeld indien zij betrokken zijn bij handelingen die in strijd zijn met VS-wetgeving of wanneer zij kennis dragen van die handelingen, zijn zij verplicht deze te melden aan de VS-autoriteiten. En wat te denken van Amerikaanse software die niet naar gesanctioneerde landen mag en dat een Iraanse student op thuisbezoek toch even inlogt.
Hoe kunnen ondernemingen voorkomen onbedoeld in de val van de exportwetgeving van de VS (verder: US export controls) te lopen? De inhoud van deze wetgeving zal in grote lijnen geschetst worden, waarna ruim aandacht besteed zal worden aan de mogelijkheden die de moderne technologie ons biedt om de onderneming effectiever te beschermen tegen het gevaar van een inbreuk. Onwetendheid kan immers aanleiding geven tot boetes van tientallen of honderden miljoenen dollars. In deze bijdrage wordt verder niet stilgestaan bij de Nederlandse exportwetgeving, welke naar mening van de auteur een stuk begrijpelijker en voorspelbaarder is, omdat de Nederlandse autoriteiten zich houden aan internationale afspraken inzake in- en uitvoer van strategische goederen.
Dit in tegenstelling tot de Amerikanen, die juist allerlei toevoegingen en uitzonderingen op het internationaal gehanteerde systeem aanbrengen. Zo wordt in Nederland bij de export van conventionele wapens en van technologieën die ook voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt (dual-use goederen) het Wassenaar Arrangement van 16 mei 1996 toegepast, welke een overeenkomst is waarin – nu 43 – landen aangeven wat zij onder militaire en dual-use goederen verstaan en hoe daar mee om te gaan. Voor wat betreft de export van dual-use goederen geldt dat binnen de Europese Unie (EU) geen exportvergunning nodig is. Dit komt hieronder nog uitgebreid aan de orde. In boycots zien we ook afwijkingen aan Amerikaanse zijde. Denk aan de Amerikaanse boycot van Cuba en het verbod van boycot tegen Israël. Het meest eenvoudige voorbeeld is Cuba.
De VS hebben (als enige) zware sancties op Cuba en accepteren niet dat andere landen zakendoen met Cuba met producten met een Amerikaanse nexus of met US Dollar. Als je zaken wil doen met de VS en in US Dollar wil handelen moet je verre blijven van Cuba. De Europese Unie heeft in april 2019 bevestigd dat ze de VS-sancties tegen Cuba afkeurt. Wanneer de lezer onderstaand relaas leest, zal het duidelijk zijn waarom de meeste ondernemingen met Amerikaanse belangen toch kiezen de Amerikaanse wetgeving na te leven boven die van de EU. Maar als tegenhanger hebben we recent het voorbeeld van Exact gezien. Het verbod naar Amerikaans recht om Israël te boycotten is ontstaan doordat ondernemingen die zaken doen in het Midden-Oosten verzocht worden een verklaring af te leggen dat ze geen zaken doen met Israël. Een dergelijke verklaring is naar Amerikaans recht verboden.
Lees verder:
Amerikaanse regelgeving omtrent import en export van goederen: hoe te voorkomen in dit moeras af te glijden? door S.C. Bleker-van Eyk in Tijdschrift voor Compliance