Artikel: De kruistocht tegen dividendstripping
/Met het Duitse ‘CumEx-schandaal’ in het achterhoofd hebben de media en de autoriteiten hun pijlen op dividendstripping gericht. Daarbij lijkt men de term ‘dividendstripping’ op te vatten als een ruim begrip dat ziet op alle soorten handel in aandelen waarmee, althans in de ogen van de autoriteiten, oneigenlijke voordelen worden behaald. Dit terwijl de wetgever in antimisbruikmaatregelen zeer precies heeft gedefinieerd onder welke voorwaarden sprake is van dividendstripping, bijvoorbeeld in art. 25 lid 2 VPB. Eerst nadat komt vast te staan dat bepaalde handelingen onder de termen van dergelijke antimisbruikbepalingen kunnen worden gebracht, kan fiscaal-strafrechtelijke handhaving geïndiceerd zijn. Daarom vindt de auteur het verontrustend dat de FEC-projectgroep bepaalde handelsstrategieën in het kennisdocument inzake dividendstripping aanmerkt als evidente hoofdvormen van dividendstripping, terwijl deze handelsstrategieën in zijn ogen niet altijd onder de termen van de eerdergenoemde antimisbruikbepaling kunnen worden gebracht. Daardoor dreigen betrokkenen ten onrechte met fiscaal-strafrechtelijke onderzoeken te worden geconfronteerd.
Lees verder:
De kruistocht tegen dividendstripping door D.J. Franssen in Weekblad Fiscaal Recht