Artikel: Een nieuwe vijfde Drijfmestomstandigheid: vereenzelviging

Het daderschap van de rechtspersoon dient te worden vastgesteld aan de hand van het richtinggevend, maar tegelijkertijd open kader van het Drijfmestarrest. Het hoofdcriterium van dit kader is ‘de redelijke toerekening’: een rechtspersoon kan worden aangemerkt als dader van een strafbaar feit indien de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend. Als belangrijk oriëntatiepunt om te bepalen of voldaan is aan het hoofdcriterium van de redelijke toerekening geeft de Hoge Raad het zogenoemde sfeercriterium dat op zijn beurt wordt ingevuld door vier omstandigheden (‘de Drijfmestomstandigheden’).

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^