Artikel: Enkele bestuursrechtelijke beschouwingen mede naar aanleiding van SyRI

Op 5 februari 2020 deed de Rechtbank Den Haag uitspraak in de veelbesproken SyRI-zaak. Volgens de rechtbank is het Systeem Risico Indicatie (SyRI), het veelbesproken systeem dat kan worden ingezet om fraude binnen het socialezekerheidsdomein op te sporen, in strijd met het recht op bescherming van privéleven zoals neergelegd in artikel 8 EVRM. Naast (vele) andere vragen roept de SyRI-uitspraak ook de vraag op wat de betekenis is van het bestuursrecht als het gaat om de rechtsontwikkeling ten aanzien van overheidstoezicht met behulp van zelflerende systemen.

Enerzijds valt namelijk op dat juist de civiele rechter (en niet de bestuursrechter) is gevraagd om een oordeel uit te spreken over de toelaatbaarheid van SyRI, anderzijds dat de rechter in staat blijkt om ‘moderne’ toezichtsystemen te toetsen aan ‘klassieke’ rechtsnormen.

Waar soms wordt betoogd dat het bestuursrecht onvoldoende in staat zou zijn om het gebruik van algoritmen door de overheid (en als onderdeel daarvan dus ook overheidstoezicht met behulp van zelflerende systemen) voldoende te begrenzen, bepleit dit essay de noodzaak om te laveren tussen analoog en digitaal bestuursrecht. Daarbij richt deze bijdrage zich niet op digitaal of geautomatiseerd toezicht (en de hiermee gepaard gaande besluitvorming) in het algemeen, maar specifiek op digitaal of geautomatiseerd toezicht met behulp van zelflerende (autonome) systemen. Hoewel overheidstoezicht ruim kan worden opgevat en daarbinnen autonome systemen op een veelheid aan manieren kunnen worden ingezet, richt dit essay zich verder primair op het klassieke handhavingstoezicht, dus op het verzamelen van informatie over de naleving van wettelijke voorschriften en het vormen van een oordeel hieromtrent.7 Voordeel van die benadering is dat het contrast tussen het analoge en het digitale bestuursrecht ten aanzien van overheidstoezicht het scherpst naar voren komt. In dat verband wordt zowel ingegaan op het recht dat op autonoom overheidstoezicht van toepassing is als op de instantie die dit recht stelt en effectueert (ofwel op toezicht op autonoom toezicht).

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^