Artikel: Kleurloos opzettelijk handelen bij een Wwft-melding op basis van de subjectieve indicator
/Met de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) zijn zogenoemde ‘poortwachters’ aangesteld voor en belast met de bescherming van het financiële stelsel. Onderdeel van die hulp bij het bestrijden en voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering is dat een meldingsplichtige instelling ongebruikelijke transacties moet melden bij FIU-Nederland. Of een transactie ongebruikelijk is, wordt bepaald door de aanwezigheid van de objectieve indicator dan wel subjectieve indicator. De subjectieve indicator is daarbij een vreemde eend in de bijt. De strafrechtelijke handhaving van de Wwft valt onder het economisch strafrecht en daarin geldt de leer van het kleurloos opzet. Maar op grond van de subjectieve indicator hoeft ‘pas’ te worden gemeld als sprake is van een ‘vermoeden’ of als er ‘aanleiding is om te veronderstellen dat’ sprake kan zijn van witwassen. Het gaat daarbij uitdrukkelijk om de eigen beoordelingsruimte van de meldingsplichtige instelling. Zonder subjectieve invulling kan dus niet worden bepaald of de norm is overtreden. Daar wringt het, omdat nu te gemakkelijk wordt gegrepen naar de inzet van het strafrecht en daarbij snel wordt geconcludeerd tot (kleurloos) opzettelijk handelen van de instelling.
Lees verder:
Het kluitje en het riet: over kleurloos opzettelijk handelen bij een Wwft-melding op basis van de subjectieve indicator door M. Coenen en K.M.G. Demandt in Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming