Artikel: Medewerking en zelfmelden door bedrijven in corruptieonderzoeken en de beloning die daar tegenover staat

Er is in Nederland geen regelgeving – geen wet, richtlijn of aanwijzing – die enig voordeel garandeert voor een bedrijf dat een intern onderzoek uitvoert en vervolgens de resultaten deelt met rechtshandhaving, zoals de FIOD en het Openbaar Ministerie, als onderdeel van een zelfmelding of als vorm van medewerking. In geval van ontdekking van corruptie, ontbreken duidelijke richtlijnen over wat bedrijven kunnen verwachten van de overheid. ‘Go in and hope for the best’ is het adagium dat nu door advocaten wordt gebruikt bij het adviseren van hun cliënten.3 Deze onzekerheid leidt er mogelijk toe dat rechtspersonen terughoudend zijn om zelf te melden en/of mee te werken aan een strafrechtelijk onderzoek wanneer er sprake is van een corruptieverdenking.

In andere landen zijn hier wel wettelijke kaders voor opgesteld, waarbij met name de regelingen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten vaak worden aangehaald als voorbeeld van hoe mogelijk ook in Nederland een beloningskader voor meewerkende bedrijven zou kunnen worden ingericht. Hoewel er regelmatig met enige jaloezie gekeken wordt naar deze wet- en regelgeving van het VK en de VS, is het maar de zeer de vraag of deze wet- en regelgeving in de praktijk daadwerkelijk zo zaligmakend is. Is er sprake van meer zekerheid voor van corruptie verdachte bedrijven in de betreffende landen? En, zo ja, leidt deze zekerheid in de praktijk dan ook tot meer zelfmeldende en meewerkende bedrijven? Welke rol spelen interne onderzoeken in het VK en de VS in deze zelfmeldingen en medewerking? En bestaat de win-winsituatie die in de Nederlandse discussie geschetst wordt wel echt?

In dit artikel gaat de auteur allereerst kort in op de invulling van het begrip interne onderzoeken, gevolgd door de huidige stand van zaken in Nederland met betrekking tot het belonen van zelfmelden en meewerken en de juridische aanknopingspunten in deze richting. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de wet- en regelgeving van het VK en de VS met betrekking tot zelfmelding en medewerking in corruptieonderzoeken. Dan zal ingegaan worden op de toepassing van deze wet- en regelgeving in de praktijk. In de conclusie zal aandacht besteed worden aan vraag of en, zo ja, hoe Nederland het (goede) voorbeeld van (een van) beide landen zou moeten volgen. Hoewel de discussie over de uitvoering van interne onderzoeken door advocaten, die op dit moment in de politiek, de wetenschap en de rechtbanken in Nederland gevoerd wordt, in het kader van dit thema ook ontzettend interessant is, zal deze discussie in dit artikel niet nader uitgediept worden.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^