Artikel: Over het hoe en waarom van art. 69a AWR
/Tot aan 1 januari 2014 was strafrechtelijke aansprakelijkheid niet aan de orde als ter zake van een aangiftebelasting weliswaar een (juiste) aangifte werd gedaan, maar evengoed werd nagelaten om de daarmee corresponderende belastingschuld te betalen. Door het strafrechtelijke equivalent van art. 67f AWR op te nemen in art. 69a AWR zou het moedwillig onbetaald laten van dit soort belastingschulden ontmoedigd moeten worden. Toch is zes jaar later in de jurisprudentie maar één zaak te vinden betreffende een verwijt op grond van het eerste lid van art. 69a AWR. Door het onbenut laten is deze strafbepaling een dode letter. Dat is jammer, omdat dit wel eens heel anders zou kunnen worden als koudwatervrees niet meer aan de orde zou zijn.
Lees verder:
Een typisch geval van jammer Of over het hoe en waarom van art. 69a AWR door R. Persoon in MBB Maandblad Belasting Beschouwinge