Artikel: Strafrechtelijke aansprakelijkheid ter zake van poging tot misdrijf herzien?

De strafbaarstelling van poging tot misdrijf (art. 45 Sr) staat in bijna ongewijzigde vorm sinds 1886 in ons Wetboek van Strafrecht. Aan een uitleg van de voorwaarden van deze strafbaarstelling heeft de wetgever zich destijds niet gewaagd. De inhoud en plaatsing van de algemene strafbaarstelling in het Algemeen Deel van het wetboek brengen met zich dat de werkingssfeer groot is. Artikel 45 Sr is van toepassing op de misdrijven van Boek 2 en artikel 91 Sr breidt die werking verder uit tot misdrijven buiten het Wetboek van Strafrecht. Gelet op het enorme toepassingsbereik is het niet verwonderlijk dat het criterium voor c.q. de uitleg van het moment waarop strafrechtelijke aansprakelijkheid ter zake van poging tot een misdrijf aanvangt – het begin van uitvoering – lastig in het algemeen te duiden valt. Na de inwerkingtreding van het wetboek is de Hoge Raad met de invulling van de voorwaarde van een begin van uitvoering aan de slag gegaan, met als resultaat dat in 1978 het zogenoemde Citocriterium werd geformuleerd. Een begin van uitvoering bestaat wanneer de gedragingen van de verdachte(n) naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht zijn op voltooiing van het voorgenomen misdrijf.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^