Rechtbank Amsterdam 30 december 2019, nr. RK: 19/4322

Onderhavige beschikking is gewezen naar aanleiding van het op 19 juli 2019 ingediende klaagschrift.

Klager geeft al een aantal jaren rijlessen, heeft hiermee ongeveer een miljoen verdiend, maar niets opgegeven bij de belastingdienst. Volgens het OM heeft hij zich schuldig gemaakt aan witwassen en overtreding van de AWR. Zijn (rijles) auto en telefoon zijn in beslag genomen. Het klaagschrift strekt tot teruggave van de hiervoor genoemde voorwerpen, waarbij de klager zich op het standpunt stelt dat hij de auto en de telefoon nodig heeft om zijn werkzaamheden als rijinstructeur te kunnen verrichten.

Standpunt verdediging

De raadsman beargumenteert dat het Openbaar Ministerie een denkfout heeft gemaakt ten aanzien van de inbeslagname van de auto. Het Openbaar Ministerie stelt zich op het standpunt dat klager de auto heeft gebruikt bij de belastingontduiking, dit is echter onjuist volgens de raadsman.

Wat betreft de inbeslagname van de telefoon, wijst de raadsman op de toezegging die het OM in een eerder stadium heeft gedaan. Deze toezegging hield in dat de telefoon teruggegeven wordt aan klager zodra de gegevens daarvan zijn uitgelezen. Desalniettemin weigert het OM de telefoon terug te geven aan klager terwijl het onderzoek afgerond is.

Standpunt Openbaar Ministerie

De officier van justitie verzet zich tegen de teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen omdat hij voornemens is de verbeurdverklaring van de voorwerpen te vorderen. In de optiek van de officier van justitie is de auto gebruikt bij het plegen van het strafbare feit en is de telefoon aangeschaft met inkomsten die niet bij de Belastingdienst bekend waren. Dit betekent dat het belang van strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de voorwerpen.

Beoordeling rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de later oordelende strafrechter de inbeslaggenomen telefoon zal verbeurdverklaren. Uit het dossier en de verklaring van klager volgt dat de telefoon betaald is met het geld dat hij met de rijlessen heeft verdiend.

De rechtbank neemt echter een afwijkend standpunt in ten aanzien van de inbeslaggenomen auto, omdat een rechtstreeks verband met de verdenking ontbreekt. Dat klager de auto heeft gebruikt om geld te verdienen en vervolgens verzaakt heeft de inkomsten aan te geven bij de Belastingdienst staat vast. Er kan echter niet gesteld worden dat de auto is gebruikt bij het plegen van het strafbare feit. Het verdienen van geld maakt geen onderdeel uit van de verdenking, het gaat er juist om wat er verder met het geld gebeurd is. Dit gezegd hebbende acht de rechtbank het hoogst onwaarschijnlijk dat de later oordelende strafrechter de auto zal verbeurdverklaren.

De rechtbank acht het beklag tegen het beslag op de auto gegrond en gelast teruggave.

Lees hier de volledige uitspraak.