Besturen auto, wachten in auto & delen buit levert medeplegen diefstal (babbeltruc) op

Rechtbank Overijssel 3 augustus 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:3087

Het dossier bevat een aangifte van mevrouw slachtoffer 1, waaruit blijkt dat op 11 november 2016 een man bij haar voordeur aan adres 1 te Slochteren aanbelde, die zich voordeed als een controleur van de gasmeter. Deze man liet aangeefster naar verschillende ruimtes in de woning gaan. Op het moment dat aangeefster niet in de woonkamer was, heeft de man twee portemonnees, met daarin een geldbedrag van in totaal 60 euro en pasjes, uit een lade in de woonkamer gepakt. Toen aangeefster de man hierop betrapte, heeft hij aangeefster met kracht opzij geduwd, zodat de man de woning uit kon vluchten.

Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 11 november 2016 samen met verdachte in de auto naar Slochteren is gegaan. Volgens verdachte heeft medeverdachte zich voorgedaan als controleur van de gasmeter en is medeverdachte alleen de woning van mevrouw slachtoffer 1 in gegaan. Verdachte is in de auto blijven wachten, zodat hij snel weg kon rijden als medeverdachte met de buit terugkwam in de auto. Ze hebben de buit samen verdeeld, aldus verdachte.

De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen vast dat het medeverdachte is geweest die zich heeft voorgedaan als controleur van de gasmeter en op die wijze toegang tot de woning van aangeefster heeft verkregen, waarna hij twee portemonnees heeft gestolen en geweld tegen aangeefster heeft gebruikt om zodoende de woning met zijn buit te kunnen verlaten.

De rol van verdachte is als volgt geweest. Verdachte was op de hoogte van wat er zou gaan gebeuren, namelijk het bestelen van oudere mensen in hun eigen woning. Hij heeft de auto bestuurd en in de buit gedeeld. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte, ook ten aanzien van het door medeverdachte gebruikte geweld. Het was voor verdachte immers zonder meer voorzienbaar dat, bij betrapping door een bewoner, zijn medeverdachte enig geweld zou gebruiken om zo te kunnen ontsnappen uit de woning waar op dat moment een diefstal werd gepleegd. Hij heeft zodoende willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat zijn mededader mogelijk geweld zou gebruiken, zodat zijn opzet ook geacht wordt daar op gericht te zijn geweest.

De rechtbank acht feit 1 van de tenlastelegging daarom wettig en overtuigend bewezen.

Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaar.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^