Rechtbank Overijssel 6 maart 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:1280

De rechtbank Overijssel heeft een 48-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur wegens faillissementsfraude. De verdachte was bestuurder van een failliet verklaarde rechtspersoon en heeft opzettelijk niet voldaan aan de wettelijke administratie- en bewaarplicht, waardoor de afwikkeling van het faillissement is bemoeilijkt.

Tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij:

als bestuurder van de failliete vennootschap [bedrijf 1] B.V. niet de volledige administratie heeft overgelegd aan de curator;
feitelijke leiding heeft gegeven aan het door [bedrijf 2] B.V. opzettelijk niet naleven van de administratie- en bewaarplicht, wat de afhandeling van het faillissement heeft bemoeilijkt.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur, te vervangen door 120 dagen hechtenis bij niet-nakoming.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair aangevoerd dat bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan het niet naleven van de administratie- en bewaarplicht. De administratie van bedrijf 1 B.V. was onvolledig en essentiële documenten ontbraken, zoals een kasadministratie, jaarrekeningen en BTW-aangiften. Dit heeft de curator gehinderd in de afwikkeling van het faillissement. De rechtbank acht het verweer van de verdachte, dat hij de administratie volledig zou hebben overgedragen aan een boekhouder, ongeloofwaardig.

Strafoplegging

Gezien de ernst van de fraude en de impact op de faillissementsafwikkeling acht de rechtbank een taakstraf van 240 uur passend. De verdachte heeft geen strafblad en krijgt daarom geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

Lees hier de volledige uitspraak.