Bij de oplegging van een schadevergoedingsmaatregel mag de vervangende hechtenis in geval van samenloop ten hoogste een jaar bedragen
/Hoge Raad 28 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1335 Het gaat in deze zaak om twee verdachten die in de nacht van 22 op 23 oktober 2011 een door hen gefabriceerd explosief aan een flitspaal te Voorschoten hebben opgehangen. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie heeft het projectiel verwijderd en ontmanteld. Bij het ontmantelen is een ontploffing opgetreden en zijn twee medewerkers van de EOD zwaargewond geraakt en tevens heeft een medewerker van de forensische opsporing letsel opgelopen.
Verdachten zijn door het gerechtshof Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden resp. een gevangenisstraf van 45 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren . Daarnaast heeft het Hof heeft de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat ten behoeve van de benadeelde partijen slachtoffer 1, slachtoffer 2, slachtoffer 3 en Politie Hollands Midden van respectievelijk € 68.250, € 11.026,46, € 402 en € 869,35 bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door respectievelijk 345, 90, 8 en 17 dagen hechtenis.
Middel
Het derde middel klaagt dat het Hof aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen in totaal meer vervangende hechtenis heeft verbonden dan wettelijk is toegestaan.
Beoordeling Hoge Raad
Ingevolge art. 36f, vijfde lid, in verbinding met art. 24c, eerste lid, Sr dient de rechter bij het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van het slachtoffer voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, te bevelen dat vervangende hechtenis zal worden toegepast. Die vervangende hechtenis mag in een geval als het onderhavige waarin sprake is van samenloop als bedoeld in art. 57 Sr, op grond van art. 60a in verbinding met art. 24c, derde lid, Sr ten hoogste een jaar bedragen.
Uit het vorenoverwogene volgt dat het middel terecht is voorgesteld. De Hoge Raad zal zelf de duur van de vervangende hechtenis aldus verminderen dat is voldaan aan het wettelijk bepaalde maximum van een jaar.
Hoge Raad 28 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1334
Zie ook de met deze zaak samenhangende zaak, waarbij de Hoge Raad ambtshalve de duur van de vervangende hechtenis verbetert.
Lees hier de volledige uitspraak.