Boekhoudster Ennetcom veroordeeld tot taakstraf na eis van 3 jaren gevangenisstraf
/Rechtbank Rotterdam 21 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9087
De verdachte, werkzaam als account manager bij Ennetcom Consumer Products BV (naam bedrijf 1), wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie en van valsheid in geschrift ten aanzien van vier facturen en een aangifte omzetbelasting.
Ontvankelijkheidsverweren
De verdediging heeft, zonder nadere motivering, verzocht de ontvankelijkheidsverweren gevoerd in de zaken van de medeverdachten als herhaald en ingelast te beschouwen. Gelet op het grote aantal verweren dat in die zaken is gevoerd en het gegeven dat die verweren slechts in beperkte mate op de verdachte van toepassing zouden kunnen zijn, wordt dit verzoek niet gehonoreerd.
Het beroep op het gelijkheidsbeginsel kan ook niet slagen, nu de vervolgingsbeslissing van de officier van justitie de marginale toets die de rechtbank moet aanleggen kan doorstaan.
De vervolgingsuitsluitingsgrond van artikel 69 lid 4 AWR geldt wel voor de medeverdachten, maar niet voor de verdachte. De officier van justitie is dus ontvankelijk in de vervolging.
Deelname criminele organisatie
Hoewel er sprake is geweest van een samenwerkingsverband en de verdachte een aandeel heeft gehad in gedragingen die strekten tot of rechtstreeks verband hielden met het binnen de organisatie bestaande oogmerk (met name het plegen van valsheid in geschrift), kan de rechtbank niet vaststellen dat de verdachte in het kader van dat samenwerkingsverband heeft gehandeld of op andere wijze daarvan deel heeft uitgemaakt. Volgt vrijspraak van feit 1.
Valsheid in geschrifte
De verdachte wordt verweten dat zij betrokken is geweest bij het wegsluizen van contant geld naar Dubai door valse stukken op te maken (feit 2). De verdediging heeft niet betwist dat contante geldbedragen (een deel van de omzet van naam bedrijf 1) via geldkanalen giraal werden overgemaakt naar naam bedrijf 2, een vennootschap van de medeverdachte in Dubai. Dat deze bedragen zouden zijn toe te rekenen aan de bedrijfsvoering van naam bedrijf 2 acht de rechtbank echter niet geloofwaardig. De rechtbank acht bewezen dat de facturen vals zijn opgemaakt om een groot deel van de omzet buiten de reguliere boekhouding te houden. Voor het vals opmaken van de aangifte omzetbelasting volgt vrijspraak wegens gebrek aan bewijs.
Strafmaat
Deze valsheid in geschrifte betreft een kwalijk feit: gelet op de wijze waarop in Nederland bij bedrijven belasting wordt geheven, moet de Belastingdienst op de juistheid van hun boekhouding kunnen vertrouwen. De verdachte heeft dit vertrouwen beschaamd en de Staat is door deze gang van zaken voor aanzienlijke bedragen gedupeerd. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 3 jaar geëist. De rechtbank legt een taakstraf van 180 uur in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op. Daarbij is van belang dat de rechtbank, anders dan door de officier van justitie gevorderd, de verdachte vrijspreekt van de deelneming aan een criminele organisatie. Daarnaast weegt de rechtbank haar persoonlijke omstandigheden mee en het feit dat haar strafzaak niet binnen een redelijke termijn is afgehandeld.
Bewezenverklaring
Feit 2 primair: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
Taakstraf van 180 uren en 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf na een eis van 3 jaren gevangenisstraf.
Lees hier de volledige uitspraak.