Bossche vader en zoon moeten winst uit kunstheling terugbetalen

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 24 april 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1780 en ECLI:NL:GHSHE:2017:1783

Het hof heeft beslist dat een Bossche vader en zoon elk 100.000 euro aan de Staat moeten betalen. Volgens het hof is dit het wederrechtelijk voordeel dat zij hebben verkregen uit de heling van schilderijen die gestolen waren uit het Frans Halsmuseum in Haarlem. Onder meer voor deze heling kregen de mannen eerder ook gevangenisstraffen opgelegd. Het door het hof vastgestelde bedrag is een stuk lager dan het ontnemingsbedrag dat de rechtbank Oost-Brabant oplegde. De rechtbank besliste toen dat ieder van hen ongeveer 400.000 euro moest terugbetalen.

Kunstheling

De vader en zoon zijn op 24 mei 2012 in hoger beroep veroordeeld voor hun betrokkenheid bij de heling van de schilderijen en het witwassen van het geld. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch legde hen toen allebei een gevangenisstraf op van 3 jaar en 9 maanden.

Ontnemingsprocedure

Omdat de heling hen veel geld zou hebben opgeleverd, is het Openbaar Ministerieeen ontnemingsprocedure gestart. In zo’n procedure kan de rechter een veroordeelde verplichten een bedrag aan de Staat te betalen om onrechtmatig verkregen geld af te nemen.

Geld afgegeven

De zoon heeft 1 miljoen euro losgeld in ontvangst genomen voor de verkoop van de schilderijen. Bij zowel de vader als de zoon is een deel van dat geld teruggevonden, 100.000 euro bij de vader en 95.500 euro bij de zoon. Dat geld is in beslag genomen. De overige 804.500 euro is nooit teruggevonden. De zoon heeft pas voor het eerst verklaard tijdens de procedure in hoger beroep over de weg die het losgeld is gegaan. In de kern komt deze verklaring erop neer dat hij voor de bemiddeling in totaal een bedrag van 200.000 euro heeft ontvangen en dat hij het restant van het losgeld heeft afgegeven aan de leverancier van de schilderijen. Het hof vindt deze verklaring aannemelijk omdat daarvoor in het dossier en de getuigenverklaringen, waaronder die van de leverancier, steun is te vinden.

Rechtbank

Tijdens de ontnemingsprocedure bij de rechtbank Oost-Brabant hebben zowel vader als zoon zich beroepen op hun zwijgrecht. Daardoor bleef onduidelijk welke weg het losgeld was gegaan. Reden waarom de rechtbank oordeelde dat het losgeld geheel bij vader en zoon terecht was gekomen. Om die reden werd er een hoger ontnemingsbedrag aan hen opgelegd.

Lees hier de volledige uitspraken: 

 

 

Print Friendly and PDF ^