Brandbrief verschoningsrecht
/Het verschoningsrecht van advocaten is momenteel geen rustig bezit. Van verschillende kanten klinkt een roep om kritische beschouwing en inperking. Zeker ook op het gebied waar ondernemingen en strafrecht elkaar raken en ontmoeten. Vorig jaar al pleitte Officier van Justitie Leenders in het NRC Handelsblad bijvoorbeeld voor zo’n beperking, omdat door de geheimhoudingplicht en het verschoningsrecht ‘veel informatie buiten beeld blijft die nuttig is voor een effectieve bestrijding van fraude’. Nogal wiedes. Zeer recent herhaalde hij zijn standpunt in een interview in het FD; het verschoningsrecht zou zijn ‘doorgeschoten’; er zou behoefte bestaan daaraan ‘te knabbelen’. Rense pleit voor het uitermate grote belang van het verschoningsrecht, met het oog op het maatschappelijke goed van adequate rechtsbescherming. In dit geval door middel van een fictieve, toekomstige ‘brandbrief’ aan de politiek. Zij laat zien dat het kan verkeren, en dat het helemaal niet zo evident is het verschoningsrecht in te perken, ook niet voor gevallen van fraude of voor advisering.
Lees hier de volledige brief:
- Brandbrief verschoningsrecht door mr. J.F. Rense in Tijdschrift voor Sanctierecht & Onderneming 2015 nr. 2/3