Claimstichting in civiele zaak Trafigura niet-ontvankelijk
/Gerechtshof Amsterdam 16 oktober 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3707 (Civiel recht)
Een stichting die vorderingen heeft ingesteld tegen Trafigura, is niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep. Dit heeft het gerechtshof Amsterdam beslist. Eerder werd de stichting door de rechtbank Amsterdam al niet-ontvankelijk verklaard, zij het om andere redenen.
Vorderingen namens slachtoffers
In 2006 zijn in Ivoorkust illegaal slops – afvalstoffen na vervoer van olie – gedumpt, afkomstig van het schip de Probo Koala. Naar aanleiding daarvan had de stichting in 2015 bij de rechtbank aanvankelijk als gevolmachtigde/vertegenwoordiger van slachtoffers namens hen vorderingen ingesteld. Dit betrof onder meer een vordering tot betaling van in totaal ruim € 277 miljoen euro als schadevergoeding.
‘Pettenwissel’ in de loop van de procedure niet toegestaan
De wet geeft een bijzondere mogelijkheid voor een stichting om een zogeheten collectieve actie te beginnen als er veel gedupeerden zijn. De stichting had die mogelijkheid eerst niet gebruikt, maar wilde toen de procedure bij de rechtbank al liep alsnog als claimstichting eigen vorderingen instellen. Zij vorderde onder meer als claimstichting om voor recht te verklaren dat Trafigura onrechtmatig heeft gehandeld tegenover slachtoffers van de storting. Het hof oordeelt dat een dergelijke wijziging van de vorderingen, waarbij de stichting ineens in een andere hoedanigheid optreedt, niet is geoorloofd.
Bestendige lijn
Een verandering in de persoon van de formele procespartij gedurende de procedure is niet toegestaan. De rechtspraak is al lang streng op het punt van de ‘pettenwissel’ en het hof volgt die lijn.
Geen inhoudelijk oordeel
Door deze beslissing is het hof aan de inhoudelijke kant van de zaak niet toegekomen. Ook is het hof niet toegekomen aan het punt waarop de rechtbank de stichting niet ontvankelijk had verklaard. Dat ging over de eisen die de wet aan dit soort claimstichtingen stelt.
Lees hier de volledige uitspraak.