Conclusie AG over rechtmatigheid van verkrijging en gebruik van Ennetcom PGP-data

Parket bij de Hoge Raad 8 maart 2022, ECLI:NL:PHR:2022:219

Op 31 januari 2017 zijn de verdachte en zijn medeverdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar. De rechtbank Midden-Nederland heeft bij die veroordelingen niet de Ennetcom-data kunnen betrekken. Drie in het onderzoek naar de moord (09Ster) inbeslaggenomen (‘pgp’) Blackberry-telefoons konden op dat moment niet worden ontsleuteld.

Op 31 augustus 2017 is in het kader van het hoger beroep voor een eerste keer een vordering gedaan aan de rechter-commissaris tot het voegen van Ennetcom-data in deze zaak. Op 18 december 2018 zijn de resultaten van het pgp-onderzoek in het dossier gevoegd.

Ennetcom was een Nederlandse dienstverlener voor “pgp” communicatie. Deze dienst maakte het mogelijk om berichten te versturen en te ontvangen op een versleutelde wijze. Voor dit ontvangen en verzenden werd typisch – en ook in de onderhavige zaak – gebruik gemaakt van Blackberry-telefoons die ongeschikt waren gemaakt voor ‘gewoon’ gebruik, in die zin dat er niet mee gebeld, ge-sms’t of gewhatsappt kon worden en er geen foto’s mee konden worden gemaakt.

Middelen

Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en mr. Y. Moszkowicz, advocaat te Utrecht, heeft vijf middelen van cassatie voorgesteld.

De ingediende middelen hebben ten eerste betrekking op de rechtmatigheid van de verkrijging van de data. Daarbij gaat het eerst om de procedure die mede in samenspraak met de Canadese autoriteiten is gevolgd (middel 1, eerste deelklacht). Vervolgens gaat het om de vraag of de verkrijging van de data rechtmatig is gelet op het Europees recht (middel 1, derde deelklacht).

Een tweede serie klachten gaat over de wijze waarop in Nederland met deze data is omgegaan. Dit valt uiteen in klachten over de rol van de rechter-commissaris (klacht 2 en 4 van het eerste middel) en klachten over de gevolgde procedure, in het bijzonder over de wijze waarop de verdediging inzage in, dan wel afschrift van de data heeft kunnen krijgen (het tweede middel).

Het derde tot en met het vijfde middel hebben geen betrekking op de Ennetcom-data. Het gaat hier om de afwijzing van getuigenverzoeken (middel 3), de afwijzing van het verzoek de verdachte audiobestanden te laten beluisteren (middel 4) en de motivering van de verwerping van het verweer dat de verdachte niet bij de moord aanwezig kan zijn geweest omdat hij een regenpak dat hierbij gedragen zou zijn niet paste toen hij dit ter zitting aantrok (middel 5).

Conclusie AG

De AG is van mening dat geen van deze klachten slaagt en verkrijging en gebruik pgp-data in zoverre rechtmatig was. De AG bespreekt relevant (EHRM-)recht en oordeelt dat hier geen recht op kennisneming als door de verdediging is verzocht uit kan worden afgeleid, waardoor ook het tweede middel faalt. Ook de overige middelen falen naar de mening van de AG. De conclusie strekt tot verwerping.

Lees hier de volledige conclusie.

Print Friendly and PDF ^