Controle op kankerverwekkende stoffen BRZO-bedrijven
/De Inspectie SZW gaat de komende drie jaar scherp controleren bij BRZO-bedrijven op de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Uit eerdere inspecties blijkt dat bedrijven de gevaren van deze stoffen nog steeds onvoldoende in beeld hebben. Ook is het vaak niet duidelijk in welke mate werknemers worden blootgesteld.
Bij de inspecties gaat het om CMRS-stoffen zoals chroom-6, formaldehyde of benzeen. CMRS-stoffen kunnen kanker veroorzaken, genen beschadigen of schadelijk zijn voor de voortplanting. De afgelopen jaren heeft Inspectie SZW 28% van alle ruim 400 BRZO-bedrijven geïnspecteerd op het risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen voor werknemers. Alle BRZO-bedrijven die nog niet zijn geïnspecteerd op dit onderwerp, worden de komende drie jaar bezocht.
Naast het toezicht op blootstelling aan CMRS-stoffen voert de Inspectie SZW jaarlijkse reguliere inspecties uit bij minimaal 90% van de BRZO- bedrijven. Bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, moeten deze inventariseren en de mate van blootstelling beoordelen. Alleen dan is het mogelijk om na te gaan welke gezondheidsrisico’s werknemers lopen en welke veiligheidsmaatregelen het beste getroffen kunnen worden. Uit diverse onderzoeken blijkt dat bedrijven de risico’s van het werken met gevaarlijke stoffen onvoldoende op orde hebben.
Dit betekent echter niet dat bedrijven in het geheel geen maatregelen treffen. De Inspectie SZW constateert dat er bij de bedrijven het nodige gedaan wordt en dat op veel vlakken de zaken wel zijn geregeld. Maar voor een goed samenhangend beleid om risico’s te voorkomen is meer nodig. Wat opvalt is dat bedrijven er vooral voor kiezen om hun medewerkers persoonlijke beschermingsmiddelen te geven als ze met gevaarlijke stoffen werken, terwijl het verplicht is om te denken aan bronmaatregelen of technische maatregelen om blootstelling te vermijden. Door vervanging van de kankerverwekkende stof of aanpassing van het productieproces. Ook ziet de Inspectie dat maatregelen soms wel op het hoofdproces zijn toegepast, maar niet op alle nevenprocessen, zoals onderhoud aan installaties.
Bron: Inspectie SZW