De omzetting van de Canadese gevangenisstraf voor de afpersing van Amanda Todd naar een Nederlandse gevangenisstraf definitief

Hoge Raad 28 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:132

De beslissing van de rechtbank tot omzetting van de in Canada opgelegde gevangenisstraf van 13 jaar voor de afpersing van Amanda Todd naar een Nederlandse gevangenisstraf van 6 jaar blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De Nederlander Aydin C. werd in 2014 aangehouden in een Nederlandse strafzaak op verdenking van onder meer het op grote schaal afpersen van minderjarige meisjes via het internet met seksueel getinte webcambeelden. Een van die slachtoffers was de Canadese Amanda Todd. Dit meisje plaatste een filmpje op YouTube waarin ze haar verhaal deed, kort voordat zij op vijftienjarige leeftijd een einde aan haar leven maakte.

In 2020 heeft Nederland C. (onder de voorwaarde dat hij zijn straf in Nederland zou uitzitten) uitgeleverd aan Canada om te worden berecht voor de afpersing van Amanda Todd. Voor het afpersen van de andere slachtoffers was hij toen in Nederland al onherroepelijk veroordeeld tot de maximale gevangenisstraf van 10 jaar en 243 dagen. Op 14 oktober 2022 is hij in Canada veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar. Vanwege verdragsrechtelijke verplichtingen moest deze Canadese straf bij C.’s terugkeer in Nederland worden omgezet naar een straf die naar Nederlandse maatstaven passend is. De rechtbank zette de straf om naar een gevangenisstraf van 6 jaar. C. ging tegen deze beslissing in cassatie bij de Hoge Raad.

Cassatieklachten

De advocaten van C. vroegen de Hoge Raad om de omzettingsbeslissing van de rechtbank te vernietigen. In cassatie is onder meer geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) in deze procedure niet van toepassing is. Artikel 63 Sr bevat regels over de maximale straf die kan worden opgelegd als iemand meerdere feiten heeft gepleegd die de rechter tegelijkertijd hadden kunnen beoordelen. Als dat artikel hier van toepassing zou zijn, had volgens de advocaten van C. de Canadese straf moeten worden omgezet in 0 dagen, omdat in de Nederlandse strafzaak al de maximale straf was opgelegd. De rechtbank ging daarin niet mee en oordeelde dat artikel 63 Sr geen toepassing vindt bij de omzetting van de in Canada opgelegde straf.

Advies advocaat-generaal (AG)

De AG heeft de Hoge Raad op 17 december 2024 geadviseerd de beslissing van de rechtbank in stand te laten.

Oordeel Hoge Raad

De Hoge Raad geeft de rechtbank gelijk dat artikel 63 Sr inderdaad niet geldt in een omzettingsprocedure. Op grond van de toepasselijke regelgeving bestaat in een omzettingsprocedure geen verplichting om rekening te houden met een eerdere veroordeling in een Nederlandse strafzaak voor een ander feit.

Met het oordeel van de Hoge Raad is de omzetting naar de Nederlandse straf van 6 jaar definitief.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^