De ontvankelijkheid/de tijdigheid van het verzoek na kennisgeving sepot
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 6 juni 2013, LJN CA2194
In het geval dat de zaak is geëindigd met een kennisgeving sepot, acht het hof het in beginsel redelijk om uit te gaan van de dag waarop de gewezen verdachte van de beslissing kennis heeft kunnen nemen, dan wel van het tijdstip waarop zich een omstandiheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de beslissing aan de voormalige verdachte bekend is. Met het oog op dit uitgangspunt ligt het op de weg van de officier van justitie om aannemelijk te maken dat zijn beslissing aan verzoeker is verzonden. Weliswaar bevindt zich in het dossier (een kopie van) een aan verzoeker gerichte kennisgeving van sepot, maar niet blijkt uit een aantekening, stempel of anderszins, dat het origineel aan verzoeker is verzonden. Derhalve moet het er voor worden gehouden dat de kennisgeving niet eerder dan op de door verzoeker daartoe gestelde datum aan hem bekend is gemaakt. Het verzoekschrift is dus tijdig ingediend.
Lees hier de volledige uitspraak.