De waarschuwing preventieve stillegging ex artikel 28a Arbowet; van knelpunten naar inzichten

Sinds de aanscherping van het sanctiebeleid van de SZW-wetgeving (2013) hebben bedrijven die de Arbo-regels overtreden te maken gekregen met strengere sancties. Eén van de belangrijkste elementen van de aanscherping van het sanctiebeleid betreft de maatregel van de preventieve stillegging (art. 28a Arbowet). Op grond van deze maatregel is het mogelijk om bij de tweede of derde overtreding preventief de werkzaamheden stil te leggen. De (preventieve) waarschuwing is hierbij een noodzakelijke voorwaarde.

De toepassing van de preventieve stilleging – dat wil zeggen de mogelijkheid tot het geven van een waarschuwing en het daadwerkelijk opleggen daarvan – is met de introductie van deze maatregel in 2013 ruim opgezet. De wetgever heeft er destijds voor gekozen het recidivebegrip te verruimen. Deze verruiming houdt in dat bij het terugkijken naar eerdere overtredingen niet alleen wordt gekeken naar ‘dezelfde overtreding’, maar ook naar ‘soortgelijke overtredingen en verboden’.

Met name ten aanzien van ‘ernstige overtredingen’ is de toepassing van de preventieve stillegging ruim opgezet. Zo is ten aanzien van deze categorie de recidivetermijn verlengd (van vijf naar tien jaar). Bovendien is bij het bepalen van recidive het zogeheten ‘locatiebeginsel’ niet van toepassing. Dit beginsel houdt, kort gezegd, in dat voor het bepalen van recidive, een locatie als afzonderlijke onderneming wordt behandeld (mits die locatie kan worden beschouwd als een ‘zelfstandige opererende nevenvestiging’, zie nader in deze bijdrage). Samengevat kan bij de eerste ernstige overtreding een waarschuwing preventieve stillegging worden gegeven, die bij een tweede ernstige overtreding daadwerkelijk kan worden opgelegd, óók indien deze tweede (ernstige) overtreding heeft plaatsgevonden op een andere vestiging.

Lees verder:



Print Friendly and PDF ^