Duikinstructeur veroordeeld voor dood door schuld na fataal duikongeval
/Rechtbank Midden-Nederland 26 februari 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:742
Een ervaren duikinstructeur wordt verweten dat hij aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gehandeld bij het begeleiden van een leerling tijdens een duik in Vinkeveen. De leerling, die nog bezig was haar duikbrevet te behalen, is als gevolg van een te snelle opstijging overleden aan een arteriële gasembolie. De verdachte was zich als instructeur bewust van de risico’s, maar heeft deze onvoldoende in acht genomen.
Tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij:
de duik onvoldoende heeft voorbereid en de brevetbevoegdheid van het slachtoffer niet in acht heeft genomen;
tijdens de duik onvoldoende de diepte heeft gecontroleerd, waardoor hij en het slachtoffer op een te grote diepte terechtkwamen (28 meter in plaats van de maximaal toegestane 12 meter);
bij het opstijgen te snel naar boven is gegaan, zonder de geadviseerde veiligheidsstop of decompressiestop.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en vordert een gevangenisstraf van acht maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast wordt een taakstraf van 160 uur geëist en een verbod om vijf jaar als duikinstructeur werkzaam te zijn.
Standpunt van de verdediging
De verdediging pleit voor vrijspraak en stelt dat de verdachte handelde in een noodsituatie. Indien het feit bewezen wordt verklaard, verzoekt de verdediging rekening te houden met de lange tijd die is verstreken sinds het incident en af te zien van een voorwaardelijke gevangenisstraf en beroepsverbod.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte als duikinstructeur aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld. De verdachte heeft de diepte onvoldoende gecontroleerd en is veel te snel naar boven gestegen, met fatale gevolgen voor het slachtoffer.
Hoewel de rechtbank geen roekeloosheid vaststelt, wordt het handelen van de verdachte gekwalificeerd als aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam, waardoor sprake is van dood door schuld.
De rechtbank weegt in strafvermindering mee dat sprake is van een zeer ruime overschrijding van de redelijke termijn. Het incident vond plaats in 2016 en de strafzaak had in 2019 moeten zijn afgerond.
Strafoplegging
Taakstraf van 100 uur, bij niet of niet naar behoren verrichten te vervangen door 50 dagen hechtenis.
Geen beroepsverbod, omdat de verdachte al acht jaar niet meer als duikinstructeur actief is.
Lees hier de volledige uitspraak.