Eerste Kamer stemt in met Wet open overheid (Woo)
/Het initiatiefvoorstel Wet open overheid (Woo) van GroenLinks en D66 is aangenomen in de Eerste Kamer. Deze wet vervangt de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De vervolgstap is dat het initiatiefwetsvoorstel nu in de ministerraad geagendeerd wordt voor bekrachtiging. De wet treedt naar verwachting uiterlijk 1 juni 2022 in werking.
Inhoudelijke onderdelen
Als de Woo in werking treedt, zal de huidige Wet openbaarheid van bestuur (Wob) worden ingetrokken.
De Woo geeft iedereen het wettelijke recht op toegang tot publieke informatie.
De actieve openbaarmaking van overheidsinformatie heeft een centrale rol gekregen in de Wet open overheid. Zo moeten bestuursorganen (op termijn) bepaalde categorieën informatie verplicht actief openbaar maken middels het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI). Daarnaast kent de Woo ook een inspanningsverplichting op het gebied van actieve openbaarmaking.
Onder de Woo kan verder, net als onder de Wob een verzoek tot informatie worden ingediend bij bestuursorganen. De regelgeving over deze passieve openbaarmaking is grotendeels overgenomen uit de Wob.
Elk bestuursorgaan krijgt een contactfunctionaris. Deze helpt mensen bij hun vragen over informatie en het zoeken en vinden van de juiste informatie.
Bij de inwerkingtreding van de Woo zal ook het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding worden ingesteld. Dit adviescollege zal onder andere de regering en de Staten-Generaal gevraagd en ongevraagd adviseren over de uitvoering van de regels over openbaarmaking van publieke informatie, de toepassing van de Woo bevorderen en daarnaast een bemiddelingsfunctie krijgen bij geschillen tussen bestuursorganen en beroepsmatige verzoekers tot informatie, zoals journalisten.
Verworpen moties
Voorafgaand aan de stemmingen over het wetsvoorstel en de novelle stemde de Kamer over de motie-Rombouts die overwoog dat er brede consensus is om overheden transparanter te maken, om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische Rechtsstaat te dienen. Senator Rombouts constateerde dat in wetenschappelijke kring scherpe kritiek is geuit of met dit wetsvoorstel de actieve openbaarmaking en de gewenste omslag in de bestuurscultuur wel dichterbij komen en vond dat het niet zozeer gaat om meer en gedetailleerde regelgeving, maar om investeringen in een informatiehuishouding en in een mentaliteitsverandering onder bestuurders. Daarom verzocht hij de regering met voortvarendheid een evaluatie van de Wet openbaarheid van bestuur uit te laten voeren en een voorstel voor te bereiden om te investeren in een deugdelijk systeem van informatiehuishouding van de overheid en een mentaliteitsverandering onder bestuurders. Deze motie was door de minister ontraden en werd door de Kamer verworpen.
De Eerste Kamer verwierp tevens de motie-Van der Linden die constateerde dat Nederland momenteel met 82 van de 150 punten op de Global Right to Information ranking matig (plek 73) scoort op het gebied van de sterkte van wettelijke kaders voor het recht op informatie. Senator Van der Linden overwoog dat deze Global Right to Information (GRI) ranking een waardevol en erkend internationaal instrument is om de sterkte van wettelijke kaders voor het recht op informatie te beoordelen en dat het verwachte resultaat van de Woo op de score c. + 20 punten is, maar dat een hoger ambitieniveau wenselijk is. Hij verzocht de regering daarom om als doel te stellen dat Nederland binnen vier jaar een score van tenminste 125 punten op deze GRI-ranking haalt en dat de regering daarvoor de benodigde concrete voorstellen te doen. De motie was ontraden door de minister.