Eerste plaatsingen op Europese sanctielijst na Russische invasie Oekraïne sneuvelen bij HvJ EU
/HvJ EU 8 maart 2023, T-212/22 (Prigozhina v Council)
De eerste plaatsingen op de Europese sanctielijst na de Russische invasie van Oekraïne sneuvelen bij het Hof van Justitie van de EU.
Als reactie op de illegale annexatie van de Krim en de stad Sevastopol door Rusland in maart 2014 en op de destabiliserende acties van Rusland in Oost-Oekraïne, heeft de Raad van de Europese Unie op 17 maart 2014 een reeks beperkende maatregelen aangenomen. Hij voorzag onder meer in beperkingen ter voorkoming van de binnenkomst op of doorreis via het grondgebied van de lidstaten van bepaalde personen die onder meer verantwoordelijk zijn voor handelingen of beleidsmaatregelen die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen. Bovendien heeft de Raad hun tegoeden en economische middelen bevroren. Evenzo heeft hij soortgelijke sancties opgelegd aan de personen, entiteiten of lichamen die met hen verbonden zijn.
Sinds het begin van de oorlog van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022 heeft de Raad in zijn besluiten van 23 februari 2022 onder meer leden van de regering, banken, zakenlieden en leden van de Doema van de Federale Vergadering toegevoegd aan de lijsten van personen voor wie beperkende maatregelen gelden. In dat verband heeft hij de naam toegevoegd van mevrouw Violetta Prigozhina, de moeder van de heer Yevgeniy Prigozhin, die verantwoordelijk is voor het inzetten van huurlingen van de Wagner Group in Oekraïne en voor het profiteren van grote overheidsopdrachten met het Russische ministerie van Defensie na de illegale annexatie van de Krim door Rusland en de bezetting van Oost-Oekraïne door door Rusland gesteunde separatisten. Volgens de Raad is mevrouw Prigozhina eigenaar van Concord Management and Consulting LLC, dat behoort tot de Concord-groep, die is opgericht en tot 2019 eigendom is van haar zoon. Zij is ook eigenaar van andere ondernemingen die banden hebben met haar zoon. Volgens de Raad heeft zij derhalve acties en beleidsmaatregelen gesteund die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen.
In die context heeft zij het Gerecht verzocht de bestreden handelingen nietig te verklaren voor zover zij haar betreffen. In zijn arrest van heden wijst het Gerecht haar verzoek toe. Het merkt onder meer op dat uit het dossier blijkt dat Prigozhina sinds 2017 geen eigenaar meer is van Concord Management and Consulting, hoewel zij aandelen in deze onderneming bezat. Bovendien toont de Raad niet aan dat zij op de datum van vaststelling van de bestreden handelingen eigenaar was van andere ondernemingen die banden hadden met haar zoon. Bijgevolg is de band die zou neerkomen op een bij de vaststelling van de bestreden handelingen vastgestelde band tussen de twee personen en waarop de Raad zich op die datum heeft gebaseerd, uitsluitend gebaseerd op hun familierelatie, hetgeen, gelet op het door de Raad in casu toegepaste criterium, de motivering van de bestreden handelingen en de rechtspraak van het Hof van Justitie, niet volstaat om haar opneming op de bestreden lijsten te rechtvaardigen.
Lees hier de volledige uitspraak.