EHRM: Geen schending eerlijk proces door gebruik verklaring van medeplichtige in omkopingszaak

EHRM 26 november 2024, nr. 1618/18

Souroulias Kay en Zannettos zijn vervolgd en veroordeeld wegens omkoping. In de strafprocedure is veel gebruik gemaakt van verklaringen afgelegd door N.L., een medeplichtige die had besloten als getuige voor het openbaar op te treden. Het Hof overweegt dat die constructie correct is verlopen en dat de procedure als geheel er niet oneerlijk door is geworden. Evenmin heeft de verdediging te weinig toegang gekregen tot documentatie waar zij om had verzocht. Daardoor is er geen schending van art. 6 lid 1 en lid 3 (b).

Achtergrond

In juni 2013 stelde de Cypriotische regering een onderzoekscommissie in om een verdachte grondtransactie in het dorp Dromolaxia te onderzoeken. Het land, oorspronkelijk eigendom van een Turkse Cyprioot, was verkocht aan een privébedrijf en vervolgens doorverkocht aan het pensioenfonds van CYTA, een staatsbedrijf voor telecommunicatie, voor een investeringsproject. De regering vermoedde dat de oorspronkelijke eigenaar geen recht had om het land te verkopen en dat het pensioenfonds een slechte investering had gedaan, wat nadelig was voor zijn begunstigden.

Strafrechtelijk onderzoek

Het onderzoek leidde tot een strafrechtelijk onderzoek waarbij de politie de geldstromen volgde om te zien of er steekpenningen waren betaald. Tijdens huiszoekingen werden harde schijven in beslag genomen, waarvan forensische kopieën werden gemaakt. N.L., de directeur van het privébedrijf dat het land had gekocht, werd gearresteerd en later vrijgelaten nadat hij had beloofd samen te werken met de onderzoekers. Hij gaf schriftelijke verklaringen waarin hij beweerde dat er steekpenningen waren betaald als onderdeel van een samenzwering om het land tegen een opgeblazen prijs aan het pensioenfonds te verkopen. Hij beschuldigde onder andere Gregoris Souroullas en Venizelos Zannettos van betrokkenheid bij deze samenzwering.

Proces en veroordeling

Tijdens het proces in maart 2014 pleitten de verdachten onschuldig. De rechtbank baseerde hun veroordeling grotendeels op de getuigenis van N.L., ondanks dat hij een medeplichtige was die immuniteit van vervolging had gekregen. De rechtbank vond zijn getuigenis geloofwaardig en consistent, ondanks de lange en uitputtende kruisverhoren door de verdediging. De rechtbank veroordeelde Gregoris Souroullas voor witwassen van geld en Venizelos Zannettos voor afpersing.

Beroep bij het hooggerechtshof

In hun beroep bij het Hooggerechtshof klaagden de verdachten dat de rechtbank ten onrechte had vertrouwd op de getuigenis van N.L. en dat hun recht op een eerlijk proces was geschonden omdat ze geen toegang hadden gekregen tot bepaalde bewijsmaterialen van de aanklager. Het Hooggerechtshof verwierp deze argumenten en bevestigde de veroordelingen, hoewel het de straf van Gregoris Souroullas verminderde.

Klacht bij het EHRM

De verdachten dienden een klacht in bij het EHRM, waarin ze beweerden dat hun proces oneerlijk was omdat het grotendeels was gebaseerd op de getuigenis van een medeplichtige die immuniteit had gekregen. Ze voerden ook aan dat hun recht op een eerlijk proces was geschonden omdat ze geen toegang hadden gekregen tot de schijfkopie van de aanklager, die mogelijk bewijs van collusie tussen de aanklager en de getuige zou hebben onthuld.

Beoordeling door het EHRM

Het EHRM beoordeelde of het proces als geheel eerlijk was. Het Hof erkende dat het gebruik van de getuigenis van een medeplichtige die immuniteit had gekregen, problematisch kon zijn, maar vond dat de verdachten voldoende mogelijkheden hadden gehad om de getuigenis van N.L. te betwisten. Het Hof merkte op dat de verdachten wisten van de immuniteit van N.L. en hem uitgebreid konden ondervragen. Bovendien had de rechtbank de getuigenis van N.L. met de nodige voorzichtigheid benaderd en gedetailleerd uitgelegd waarom zij hem geloofde.

Conclusie van het EHRM

Het EHRM concludeerde dat er geen schending was van artikel 6 § 1 van het EVRM met betrekking tot de afhankelijkheid van de rechtbank van de getuigenis van N.L. Het Hof vond ook dat de weigering om de verdachten toegang te geven tot de schijfkopie van de aanklager hun recht op een eerlijk proces niet had geschonden, omdat de verdachten al toegang hadden tot de inhoud van de schijf en de mogelijkheid hadden gehad om de kwaliteit van het werk van de forensisch onderzoeker te betwisten.

Dissenting Opinions

Twee rechters, Serghides en Zünd, waren het niet eens met de meerderheid en vonden dat er wel een schending van artikel 6 § 1 en artikel 6 § 3 (b) van het EVRM was. Ze betoogden dat de getuigenis van een medeplichtige die immuniteit had gekregen, de eerlijkheid van het proces ondermijnde en dat de verdachten onvoldoende middelen hadden om hun verdediging voor te bereiden.

Samenvatting

De zaak "Souroullas Kay en Zannettos tegen Cyprus" illustreert de complexiteit van het waarborgen van een eerlijk proces wanneer de getuigenis van een medeplichtige die immuniteit heeft gekregen, een cruciale rol speelt. Het EHRM oordeelde dat de verdachten voldoende mogelijkheden hadden gehad om de getuigenis van N.L. te betwisten en dat hun recht op een eerlijk proces niet was geschonden, ondanks de bezwaren van de dissenting rechters.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^