Eigenaar en bedrijven veroordeeld voor opslag asfaltberg
/Rechtbank Oost-Brabant 31 januari 2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:420
Een 67-jarige man uit Nuenen is veroordeeld tot een taakstraf van 50 uur voor het overtreden van vergunningvoorschriften voor de opslag van asfalt in Son en Breugel. Twee bedrijven van de man moeten elk 10.000 euro betalen.
De bedrijven namen onder meer teerhoudend asfalt in, dat op de locatie in Son en Breugel wordt opgeslagen. Volgens de officier van justitie handelden de eigenaar en de 2 bedrijven in strijd met de voorschriften door het asfalt te lang op te slaan en de berg asfalt te hoog te laten worden. De verdediging voerde onder meer aan dat het steeds de bedoeling is geweest het asfalt op een milieuvriendelijke manier te reinigen en dat de huidige opslag voor het milieu minder belastend is dan het afvoeren ervan.
De rechtbank vindt de eigenaar en de 2 bedrijven strafbaar. De eigenaar handelde tussen 2010 en 2014 in strijd met de voorschriften uit de vergunning door het asfalt te lang op te slaan. Ook overtrad hij de maximaal toelaatbare opslaghoogte van de afvalstoffen. De verdachte gaf als eigenaar van de bedrijven leiding aan deze verboden gedragingen.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank er rekening mee dat het teerhoudende asfalt wordt beschouwd als een gevaarlijke afvalstof. Het asfalt is ingenomen met de wetenschap dat het niet, of in elk geval niet binnen afzienbare tijd, kon worden verwerkt. De eigenaar heeft erop gespeculeerd dat de installatie om het asfalt te verwerken op korte termijn in werking zou zijn. Deze foutieve inschatting heeft geleid tot een jarenlange overtreding van de vergunningvoorschriften. In strafmatigende zin houdt de rechtbank er rekening mee dat tot nu toe niet is gebleken dat de wijze van opslag het milieu heeft geschaad.
Net als de officier van justitie vindt de rechtbank een taakstraf voor de eigenaar en geldboetes voor de bedrijven passend. Volgens de rechtbank doet een geldboete voor de eigenaar geen recht aan de aard, ernst en de omvang van de bewezen feiten en de lange periode waarin hij ze pleegde. In eerdere bestuursrechtelijke procedures is een dwangsom opgelegd om het asfalt te verwijderen en geen nieuw asfalt meer in te nemen (uitspraak 11 januari 2015 en 24 juli 2015). De rechtbank ziet daarin voldoende waarborg om te voorkomen dat de verdachten opnieuw de voorschriften overtreden. Daarom legt de rechtbank de 3 verdachten onvoorwaardelijke straffen op zonder voorwaardelijk deel.
Lees hier de volledige uitspraak.