Eindvonnis in civiele zaak over fraude bij Petrobras
/Rechtbank Rotterdam 30 oktober 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:10725
De rechtbank Rotterdam heeft eindvonnis gewezen in de Petrobras-zaak. Dit is een zeer omvangrijke collectieve actie (oude stijl) naar aanleiding van een fraudeschandaal bij het Braziliaanse oliebedrijf Petrobras.
Steekpenningen
In ruil voor steekpenningen aan hooggeplaatste functionarissen binnen Petrobras en aan Braziliaanse politici werden op grote schaal contracten gesloten waarbij Petrobras aan bouwbedrijven en leveranciers te veel betaalde voor gekochte goederen en diensten. Deze fraude is in 2014 aan het licht gekomen als gevolg van het Braziliaanse strafrechtelijke onderzoek Lava Jato. De beurskoers van Petrobras effecten is in 2014 en 2015 aanzienlijk gedaald.
Koersschade
De eisende partij in deze procedure is een Nederlandse stichting. Zij komt op voor de belangen van Petrobras beleggers die koersschade hebben geleden en niet vallen onder een schikking van USD 2.95 miljard die Petrobras in de Verenigde Staten heeft getroffen.
Bevoegdheid, toepasselijk recht en verjaring
Er zijn eerder tussenvonnissen gewezen. Daarin is onder meer geoordeeld over de bevoegdheid van de rechtbank, de ontvankelijkheid van de stichting, het toepasselijke recht en verjaring. Omdat bepaalde onderwerpen naar buitenlands recht moeten worden beoordeeld zijn bij tussenvonnis deskundigenberichten ingewonnen.
Zie voor de tussenvonnissen:
Geen schadevergeodiengen voor aandeelhouders
De rechtbank komt nu in dit eindvonnis tot de conclusie dat naar Braziliaans recht Petrobras aandeelhouders geen schadevergoeding voor koersschade van Petrobras kunnen vorderen. Naar Argentijns recht is niet komen vast te staan dat een voldoende grote groep aandeelhouders dat wel kan.
De vorderingen van de stichting op Petrobras worden daarom afgewezen voor zover Braziliaans of Argentijns recht toepasselijk is. Ook andere delen van de vorderingen worden afgewezen, om diverse redenen. Dat gaat onder meer om de vorderingen tegen voormalige CEO's van Petrobras.
Obligatiehouders
De vorderingen van de stichting op Petrobras en PGF (een aan Petrobras gelieerde rechtspersoon) worden wel (grotendeels) toegewezen voor zover het gaat om de obligatiehouders van wie de vorderingen worden beheerst door Luxemburgs recht. Ook de vorderingen tegen een aantal functionarissen bij Petrobras die verstek hebben laten gaan worden toegewezen.
Met dit vonnis is de procedure bij de rechtbank afgelopen. Er kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het hof in Den Haag.
Lees hier de volledige uitspraak.