Europese Commissie presenteert nieuwe aansprakelijkheidsregels voor producten en artificiële intelligentie

De nieuwe regels zorgen er onder meer voor dat de bewijslast van slachtoffers in complexe zaken wordt verlicht. Daarnaast kunnen fabrikanten van een gebrekkig product worden verplicht om bewijsmateriaal openbaar te maken. Verder stelt de Commissie een harmonisatie voor van de nationale aansprakelijkheidsregels met betrekking tot artificiële intelligentie.

Achtergrond

De huidige EU-regels inzake productaansprakelijkheid, die gebaseerd zijn op de risicoaansprakelijkheid van fabrikanten, zijn bijna 40 jaar oud. De aansprakelijkheidsregels moeten worden gemoderniseerd, met name om  die regels aan te passen aan nieuwe technologieën zoals artificiële intelligentie. Het gaat erom bedrijven rechtszekerheid te bieden en ervoor te zorgen dat consumenten goed worden beschermd als er iets misgaat.

In haar politieke beleidslijnen heeft voorzitter Von der Leyen een gecoördineerde Europese aanpak inzake artificiële intelligentie (AI) uiteengezet. De Commissie heeft zich ertoe verbonden het gebruik van AI te bevorderen en de risico's in verband met het gebruik ervan en de potentiële schade aan te pakken. In haar witboek over kunstmatige intelligentie (2020) heeft de Commissie zich ertoe verbonden het gebruik van AI te bevorderen en de risico's in verband met sommige van de toepassingen ervan aan te pakken. In het bij het witboek gevoegde verslag over AI-aansprakelijkheid heeft de Commissie de specifieke uitdagingen van AI voor de bestaande aansprakelijkheidsregels in kaart gebracht.

Op 28 september 2022 heeft de Europese Commissie twee voorstellen gepresenteerd. In de eerste plaats een voorstel voor een richtlijn inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken. Het voorstel voorziet in een herziening van de huidige regels inzake productaansprakelijkheid. In de tweede plaats een voorstel voor een richtlijn inzake de aanpassing van de wettelijke regels met betrekking tot niet-contractuele aansprakelijkheid aan artificiële intelligentie (AI).

Voorstel voor een herziening van de richtlijn productaansprakelijkheid

Het voorstelmoderniseert en versterkt de huidige gevestigde regels, die gebaseerd zijn op de risicoaansprakelijkheid van fabrikanten, voor de vergoeding van lichamelijk letsel, materiële schade of gegevensverlies als gevolg van onveilige producten. Het voorstel biedt zowel bedrijven als consumenten billijke en voorspelbare regels door:

  • de aansprakelijkheidsregels voor bedrijfsmodellen voor de circulaire economie te moderniseren: de aansprakelijkheidsregels zullen duidelijk en billijk zijn voor bedrijven die producten ingrijpend wijzigen;

  • de aansprakelijkheidsregels voor producten in het digitale tijdperk te moderniseren: schade veroorzaakt door producten zoals robots, drones of “smart-home”-systemen die door software-updates, AI of digitale diensten die nodig zijn om het product te bedienen, onveilig worden gemaakt en wanneer fabrikanten er niet in slagen kwetsbaarheden op het gebied van cyberbeveiliging weg te werken, zal vergoed kunnen worden;

  • een gelijker speelveld te creëren voor fabrikanten uit de EU en van buiten de EU: wanneer consumenten gewond raken door onveilige producten die van buiten de EU worden ingevoerd, zullen zij zich voor schadevergoeding kunnen wenden tot de importeur of de vertegenwoordiger van de fabrikant in de EU;

  • consumenten op gelijke voet te stellen met de fabrikanten: fabrikanten worden verplicht bewijsmateriaal openbaar te maken, er komt meer flexibiliteit met betrekking tot de termijnen om vorderingen in te dienen, en de bewijslast voor slachtoffers in complexe zaken, zoals die met betrekking tot geneesmiddelen of AI, wordt verlicht.

Voorstel voor een richtlijn inzake AI-aansprakelijkheid

Het voorstel heeft tot doel uniforme regels vast te stellen voor toegang tot informatie en voor verlichting van de bewijslast met betrekking tot door AI-systemen veroorzaakte schade. Daarnaast heeft het voorstel tot doel om bredere bescherming te bieden voor slachtoffers (zowel particulieren als bedrijven) en de AI-sector te bevorderen door de garanties te verhogen.

Het voorstel harmoniseert de regels voor claims die buiten het toepassingsgebied van de richtlijn productaansprakelijkheid vallen, in gevallen waarin schade wordt veroorzaakt als gevolg van onrechtmatig gedrag. Het gaat daarbij onder meer om inbreuken op de persoonlijke levenssfeer of schade als gevolg van veiligheidsproblemen. De nieuwe regels zullen het bijvoorbeeld gemakkelijker maken om schadevergoeding te verkrijgen in geval van discriminatie bij een aanwervingsprocedure waarbij AI-technologie betrokken is.

Het voorstel vereenvoudigt de juridische procedure voor slachtoffers om aan te tonen dat iemands schuld tot schade heeft geleid. Ten eerste zal in omstandigheden waarin een fout wordt vastgesteld die relevant is voor de schade en een oorzakelijk verband met de AI-verrichtingen redelijkerwijs waarschijnlijk is, het zogenaamde “vermoeden van oorzakelijk verband” een oplossing bieden voor de moeilijkheden die slachtoffers ondervinden om gedetailleerd toe te lichten hoe schade is veroorzaakt door specifieke schuld of nalatigheid. Dit kan namelijk bijzonder lastig zijn wanneer zij proberen complexe AI-systemen te begrijpen en daarin te navigeren. Ten tweede zullen slachtoffers meer instrumenten ter beschikking hebben om juridische schadeloosstelling te eisen, door een recht op toegang tot bewijsmateriaal van bedrijven en leveranciers in te voeren in gevallen waarin AI met een hoog risico betrokken is.

Het voorstel biedt volgens de Commissie een evenwicht tussen de bescherming van consumenten en de bevordering van innovatie, door extra belemmeringen weg te nemen voor slachtoffers om schadeloosstelling te vorderen en tegelijkertijd te voorzien in garanties voor de AI-sector door, onder meer, het recht in te voeren om een aansprakelijkheidsvordering op basis van een vermoeden van oorzakelijk verband aan te vechten.

Print Friendly and PDF ^