Europese Commissie verstuurt aanmaningsbrief inzake verordening terroristische online-inhoud

De aanmaningsbrief is verstuurd in verband met de niet-naleving van bepaalde verplichtingen van de verordening betreffende de verspreiding van terroristische online-inhoud. Het gaat onder meer om de verplichting om de autoriteit(en) aan te wijzen die verantwoordelijk is (zijn) om verwijderingsbevelen uit te vaardigen en de Commissie van die autoriteiten in kennis te stellen, om de aanwijzing van een publiek contactpunt en om de regels en maatregelen vast te stellen inzake sancties in geval van niet-naleving van wettelijke verplichtingen.

De aanmaningsbrief van de Commissie ging naar 22 lidstaten, waaronder Nederland. Volgens de Commissie vormt de aanhoudende aanwezigheid van terroristische inhoud op internet een ernstige bedreiging voor burgers en de samenleving. Terroristen misbruiken het internet om hun boodschap te verspreiden die erop gericht is mensen angst aan te jagen, te radicaliseren, te rekruteren en terroristische aanslagen te vergemakkelijken. Ook tonen recente terroristische aanslagen op het grondgebied van de EU aan hoe terroristische online-inhoud een rol speelt bij het plannen en uitvoeren daarvan. In het licht hiervan heeft de Europese Commissie een reeks vrijwillige en wetgevende maatregelen en initiatieven voorgesteld om de terroristische dreiging te helpen beperken.

De aangeschreven 22 lidstaten hebben nu twee maanden tijd om de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen aan te pakken. Wanneer de Commissie het antwoord niet bevredigend vindt, dan kan de Commissie besluiten een met redenen omkleed advies te sturen.

Achtergrond

In 2015 lanceerde de Commissie het EU-internetforum om de vrijwillige samenwerking tussen de lidstaten en internetplatforms te versterken. Via het forum kan van gedachten worden gewisseld over trends en de ontwikkeling van het gebruik van internet door terroristen en kan online seksueel misbruik van kinderen worden aangepakt.

De EU-strategie voor de veiligheidsunie 2020-2025 uit 2020 bevestigde het voornemen om terrorisme, georganiseerde misdaad en cybercriminaliteit te bestrijden. Ook de terrorismebestrijdingsagenda van december 2020 legde de nadruk op het voorkomen van radicalisering online en offline, met onder meer een voorstel voor de TCO-verordening (verordening terroristische online-inhoud). Deze TCO-verordening werd eind april 2021 vastgesteld.

Om terroristische inhoud op internet, onder meer op sociale media, op te sporen, te onderzoeken en te bestrijden, werkt de EU-eenheid voor de melding van internetuitingen (EU IRU) aan de ontwikkeling van een EU-platform voor illegale online-inhoud (PERCI). PERCI is een centraal systeem dat alle lidstaten met elkaar verbindt voor het faciliteren van doorverwijzingen en verwijderingsbevelen. Alle lidstaten zijn overeengekomen dit systeem te gebruiken om de uitvoering van de TCO-verordening te vergemakkelijken.

Het tegengaan van verspreiding van terroristische online-inhoud

De TCO-verordening biedt een rechtskader voor aanbieders van hostingdiensten die inhoud van gebruikers beschikbaar stellen aan het publiek, om misbruik van hun diensten voor de verspreiding van terroristische online-inhoud tegen te gaan. De TCO-verordening is van toepassing met ingang van 7 juni 2022. Aanbieders van hostingdiensten zijn verplicht terroristische inhoud te verwijderen binnen een uur nadat zij daartoe van de autoriteiten van de lidstaten een verwijderingsbevel hebben ontvangen, en maatregelen te nemen wanneer hun platforms aan terroristische inhoud worden blootgesteld.

De TCO-verordening is van toepassing op alle aanbieders van hostingdiensten binnen de EU, waaronder aanbieders van sociale media, video-, beeld- en audiovisuele diensten. De verordening vereist van dergelijke aanbieders die worden blootgesteld aan terroristische inhoud, dat zij specifieke maatregelen nemen. Ook voorziet de verordening in sancties voor inbreuken en bevat deze garanties ter bescherming van de grondrechten, met name de vrijheid van meningsuiting en van informatie alsmede voorschriften over compensatie van gebruikers en inzake jaarlijkse transparantieverslagen van aanbieders van hostingdiensten en nationale bevoegde autoriteiten.

De TCO-verordening verplicht de lidstaten een verantwoordelijke autoriteit aan te wijzen met passende bevoegdheden en middelen, waaronder een contactpunt. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat sancties kunnen worden opgelegd aan aanbieders van hostingdiensten die hun verplichtingen uit de TCO-verordening niet nakomen. Financiële sancties kunnen oplopen tot 4 procent van de wereldwijde omzet van de aanbieder van hostingdiensten. De lidstaten moeten de Commissie in kennis stellen van de maatregelen die zij hebben genomen om te voldoen aan de verplichting om verantwoordelijke autoriteiten aan te wijzen en regels inzake sancties vast te stellen. Bij gebrek aan een sterk handhavingskader zou de doelstelling van de TCO-verordening volgens de Commissie worden ondermijnd. Met de aanmaningsbrieven wil de Commissie ervoor zorgen dat de betrokken lidstaten hun nationale regels zo snel mogelijk aan de EU-wetgeving aanpassen.

Print Friendly and PDF ^