Fataal bedrijfsongeval mestbedrijf Waalwijk: veroordeling wegens dood door schuld

Een meststoffenbedrijf uit Waalwijk en zijn directeur zijn woensdag veroordeeld wegens dood door schuld. In 2014 bezweek een muur in een loods van het bedrijf onder het gewicht van een grote hoeveelheid kunstmest, waardoor twee mannen om het leven kwamen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant houdt het bedrijf en zijn directeur hier verantwoordelijk voor. Aan de directeur zijn een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden en een taakstraf van 180 uur opgelegd. Het bedrijf krijgt een boete van 180.000 euro, waarvan 50.000 euro voorwaardelijk. De proeftijd is in beide gevallen twee jaar.

Bezweken

Op 11 september 2014 kreeg een werknemer van het bedrijf ’s ochtends de opdracht een vak voor mestopslag leeg te scheppen met een zogeheten verreiker. Hij moest een grote hoeveelheid kunstmest in het vak ernaast storten, dat al helemaal volgeladen was. Hiermee moest ruimte worden gemaakt voor nieuwe aanvoer van kunstmest. Later in de middag is de medewerker terug naar de verreiker gegaan, die in het leeggemaakte vak stond. Een medewerker van de leverancier van het voertuig was meegelopen vanwege een mankement. Juist toen de mannen bij het voertuig waren, viel de scheidingsmuur om. De mannen, 54 en 22 jaar oud, raakten bedolven onder de betonblokken en overleden ter plaatse.

Vergunning

Uit onderzoek na het ongeval is gebleken dat de scheidingsmuren tussen de vakken uit het lood stonden en dat de betonnen blokken waar de muren uit opgebouwd waren, soms gebroken waren en aangetast waren door corrosie, veroorzaakt door de opslag van kunstmest. In het vak van de omgevallen muur bleek ruim 800 ton kunstmest te liggen, terwijl er een vergunning lag voor de opslag 250 ton kunstmest per vak. In de loods bleek sprake van slecht onderhoud en roestvorming.

Ernstig tekort geschoten

De rechtbank vindt dat het bedrijf en zijn directeur ernstig tekort zijn geschoten bij het bieden van een veilige werkomgeving voor werknemers en bezoekers. Het voor iedereen duidelijk zichtbare gebrek aan onderhoud en het gebrek aan veiligheidsmaatregelen heeft pas tot besef van de ernst van de situatie geleid toen het te laat was en het dodelijk ongeval had plaatsgevonden. Maximale productie en opbrengst stonden kennelijk voorop, en niet de veiligheid van medewerkers. Iedere werkgever behoort de veiligheid van zijn personeel op de allereerste plaats te zetten en dat was hier niet het geval. De rechtbank veroordeelt de directeur en zijn bedrijf wegens dood door schuld, overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en overtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Nader onderzoek

De zaak is in 2017 een eerste keer inhoudelijk behandeld door de rechtbank. Na de zitting besloot de rechtbank alsnog dat een aantal zaken nader onderzocht moest worden. Ze wees een tussenvonnis waarin de onderzoeksvragen over de wijze van beladen van het vak waarin de kunstmest werd opgeslagen, geformuleerd werden. Twee weken geleden werd de zaak opnieuw behandeld. In het vonnis van woensdag is rekening gehouden met de lange tijd die zat tussen het ongeval en de inhoudelijke zitting en met het blanco strafblad van de directeur.

Bron: De Rechtspraak

Print Friendly and PDF ^