Feitelijk leiding geven aan verduistering van gelden die het bedrijf van verdachte onder zich had
/Gerechtshof Den Haag 9 juli 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2267
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het feitelijk leiding geven aan verduistering van gelden die zijn bedrijf onder zich had. Het bedrijf van verdachte heeft in opdracht van anderen openstaande vorderingen bij derden geïncasseerd, maar heeft deze geïncasseerde gelden niet naar haar opdrachtgevers overgemaakt, zoals afgesproken, maar voor eigen doeleinden gebruikt.
Voorts heeft verdachte opzettelijk een vervalste cheque bij de Rabobank willen incasseren. Tot slot heeft verdachte niet voldaan aan de verplichting om als bestuurder een juiste administratie van een besloten vennootschap te voeren en na sommatie aan de curator over te leggen. Hierdoor heeft de verdachte een goede afhandeling van het faillissement moeilijk gemaakt met (onbekend) nadeel voor crediteuren.
Bewezenverklaring
1. Verduistering, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
8. Opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
9. Als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, aan hem te wijten zijn dat aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen niet is voldaan en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarmee volgens artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek administratie is gevoerd, niet in ongeschonden staat worden te voorschijn gebracht.
Strafoplegging
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar.
Lees hier de volledige uitspraak.