Geen (doorgang) infractieprocedure tegen Nederland vanwege te laat implementeren Klokkenluidersrichtlijn
/Op 15 februari heeft de Europese Commissie door middel van een persbericht bekend gemaakt een infractieprocedure bij het Europese Hof van Justitie aanhangig te maken tegen acht lidstaten wegens te late omzetting van de Klokkenluidersrichtlijn Nederland staat hierbij niet vermeld. Dit betekent dat de Commissie geen infractieprocedure meer aanhangig zal maken tegen Nederland bij het Hof vanwege niet-tijdige implementatie van de Richtlijn.
Dat schrijft minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot, aan de Tweede Kamer.
Nederland ontving op 28 januari 2022 een ingebrekestelling van de Europese Commissie ontvangen. Met de ingebrekestelling is de officiële infractieprocedure tegen Nederland begonnen. Dit komt omdat Nederland te laat is met het aanpassen van de Nederlandse wetgeving aan de EU-klokkenluidersrichtlijn. Dat had eigenlijk op 17 december 2021 gebeurd moeten zijn.
Nederland moest toen binnen twee maanden (dat wil zeggen: voor 28 maart 2022) op de ingebrekestelling van de Europese Commissie reageren. Op basis van de reactie van Nederland bracht de Europese Commissie een ‘met redenen omkleed advies’ aan Nederland uit. Als Nederland vervolgens in gebreke bleef, zou de Europese Commissie de zaak in beginsel automatisch aankaarten bij het Europese Hof van Justitie met mogelijk een forse boete en/of dwangsom tot gevolg. De minimale boete bedraagt € 2.931.000,- en een dwangsom kan oplopen tot € 212.493,60 per dag (de teller begint daarbij te lopen vanaf 17 december 2021).