Geen straf of maatregel voor invoeren van Salep
/Gerechtshof Amsterdam 13 november 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:3965
De raadsvrouw heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken. De verdachte wist niet dat het verboden is om Salep in te voeren. Zowel in Turkije als in Nederland zijn producten met Salep vrij verkrijgbaar. Tevens valt Turkije onder de douane-unie en is er sprake van vrij verkeer van goederen. De verdachte wist niet en behoefde ook niet te weten dat het verboden is om Salep in te voeren. Het opzet van de verdachte kan dus niet worden bewezen. Bovendien gaat het om een zeer lage concentratie Salep en een zeer minieme hoeveelheid.
Dat de verdachte op 18 januari 2019 twee pakken met elk een inhoud van een liter en twee verpakkingen met in elk 12 zakjes heeft ingevoerd en dat deze pakken en zakjes Salep (Latijnse naam: Orchidaceae spp.) bevatten, staat niet ter discussie. Op grond van de CITES-Basisverordening is het alleen toegestaan om producten waarin Salep is verwerkt in Nederland in te voeren, indien hiertoe een speciale CITES-vergunning is afgegeven dan wel dat, onder bepaalde voorwaarden, aangetoond kan worden dat het gaat om een gekweekte soort orchidee waarvoor een uitzondering geldt. De verdachte beschikte niet over voornoemde vergunning en kon niet aantonen dat de Salep van een gekweekte soort orchidee afkomstig was. De invoer door de verdachte van deze Salep was daarmee in strijd met het bepaalde in artikel 4, eerste en tweede lid, van de CITES-Basisverordening, zodat het ten laste gelegde is bewezen.
Voor zover de verdachte zich op het standpunt heeft gesteld dat zij geen opzet had op het handelen in strijd met de CITES-Basisverordening geldt dat in het economisch strafrecht het opzet van de dader alleen op de gedraging hoeft te zijn gericht en niet op de wederrechtelijkheid. Er is geen reden hier in de onderhavige zaak van af te wijken.
Bewezenverklaring
Opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 3.37, eerste lid, van de Wet natuurbescherming.
Strafoplegging
Er wordt geen straf of maatregel opgelegd.
De verdachte heeft in strijd met de daarvoor geldende regels Salep ingevoerd. De desbetreffende regelgeving dient ertoe bedreigde dieren- en plantensoorten te beschermen. Nu het echter gaat om een zéér beperkte hoeveelheid en mede gelet op het blanco strafblad en de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die ter zitting van het hof zijn gebleken, ziet het hof aanleiding te bepalen dat geen straf of maatregel zal worden opgelegd.
Lees hier de volledige uitspraak.