Gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering treedt per 1 april 2029 in werking
/Het nieuwe Wetboek van Strafvordering treedt op 1 april 2029 in werking. Dat blijkt uit een brief van demissionair minister voor Rechtsbescherming Weerwind aan de Tweede Kamer.
Sinds de zomer van 2023 hebben gesprekken plaatsgevonden tussen de organisaties over de te hanteren gezamenlijke termijn voor de implementatie. Het Bestuurlijk Ketenberaad voor de strafrechtketen heeft inmiddels aangegeven dat voor de werkzaamheden die moeten worden verricht om voorbereid te zijn op het werken met het nieuwe wetboek, een periode nodig is die naar verwachting duurt tot het tweede kwartaal van 2029.
De belangrijkste overweging hierbij is dat er tijd nodig is om de oude primaire processystemen bij openbaar ministerie en de Rechtspraak te vervangen en geschikt te maken voor het nieuwe wetboek. Er wordt voorzien in een fallback scenario mocht de nieuwbouw bij de Rechtspraak (in het programma BAS) nog niet geheel gereed zijn. Het OM gaat op advies van Adviescollege ICT-toetsing (BIT-advies) gedurende een langere periode uit van een duaal gebruik van de bestaande en de nieuwe strafrechtsystemen. Vanwege de gelimiteerde beschikbaarheid van de specifieke expertise die de organisaties nodig hebben om gelijktijdig nieuwe systemen te ontwikkelen en aanpassingen voor invoering van het nieuwe wetboek te doen, is een implementatietijd tot de genoemde periode noodzakelijk. Daarnaast hebben de organisaties in de strafrechtketen aangegeven voor de algehele implementatieopgave minimaal drie jaar nodig te hebben, te rekenen vanaf de vaststelling van de tekst van het nieuwe wetboek.
De minister is dan ook voornemens het nieuwe wetboek per 1 april 2029 in werking te laten treden. “Deze streefdatum van inwerkingtreding geeft een goede balans tussen voldoende voorbereidingstijd voor de inwerkingtreding en voldoende druk en urgentie om tijdig gereed te kunnen zijn.”
Om deze streefdatum te kunnen halen is het noodzakelijk dat de tekst van het nieuwe wetboek (die wordt gevormd door de eerste vaststellingswet (Boeken 1 tot en met 6), de tweede vaststellingswet (Boeken 7 en 8), de eerste aanvullingswet en de noodzakelijke lagere regelgeving) medio 2026 vaststaat.
In overleg met de organisaties in de strafrechtketen wordt minimaal een jaar van tevoren een definitieve datum van inwerkingtreding vastgesteld, die daarna niet meer mag wijzigen. “Dat is van belang om te voorkomen dat de kennis die de tienduizenden medewerkers van strafrechtketenorganisaties door bijscholing over het nieuwe wetboek opdoen, verouderd raakt door verdere verschuiving.”