Grenzen aan vrijheid van meningsuiting voor politieambtenaar

Centrale Raad van Beroep 19 februari 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:179

Een teamchef van de politie liet zich in 2019 en 2020 negatief uit in verschillende media over de politie en haar collega’s. Volgens de korpschef van de politie hebben deze uitingen de arbeidsrelatie zo verstoord, dat ontheffing uit haar functie en ontslag nodig waren.

De teamchef ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Den Haag en daarna in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Ze deed onder meer een beroep op de vrijheid van meningsuiting en op het verbod om klokkenluiders te benadelen. Daarnaast eiste de teamchef een hogere ontslagvergoeding.

In het hoger beroep geeft de Centrale Raad van Beroep de korpschef gelijk, net zoals de rechtbank heeft gedaan. De besluiten om de teamchef uit haar functie te ontheffen en te ontslaan blijven in stand. 

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat onder meer door de manier waarop de teamchef zich in de media heeft uitgelaten een onwerkbare situatie is ontstaan en dat herstel van de arbeidsrelatie niet meer mogelijk is. 

De Centrale Raad van Beroep benadrukt dat een medewerker van de politie belangrijke kwesties, zoals diversiteit en discriminatie bij de politie, onder de aandacht mag brengen. Deze vrijheid van meningsuiting is echter niet onbegrensd. In de Ambtenarenwet 2017 staat, kort gezegd, dat een uitlating het functioneren van een medewerker of de overheidsinstantie niet in de weg mag staan. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat dat in deze zaak wel het geval is geweest. Niet vanwege het onderwerp, maar door de manier waarop daarover is gecommuniceerd. De teamchef heeft zich bijvoorbeeld in een talkshow ongepast en onnodig grievend uitgelaten. De teamchef is niet ontslagen omdat zij als klokkenluider misstanden zou hebben doorgegeven.

De Centrale Raad van Beroep vindt dat ook de korpschef anders had kunnen handelen, maar het aandeel van de korpschef in de uiteindelijke onherstelbare vertrouwensbreuk is niet groter dan het aandeel van de teamchef. Daarom is er volgens de Centrale Raad van Beroep geen reden voor een hogere ontslagvergoeding.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^