Grootschalige fraudezaak uit Gelderland moet op één punt over
/Hoge Raad 10 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:544
De zaken tegen een man en zijn ex-vrouw die verdacht worden van betrokkenheid bij grootschalige oplichting en fraude in Gelderland moet op één punt over. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeelde de man tot 60 maanden cel wegens oplichting, valsheid in geschrift en witwassen. De man had een advies- en incassobureau in Apeldoorn. Hij benaderde potentiële investeerders, deels uit zijn kennissenkring, en hield hen voor dat hij vorderingenportefeuilles had gekocht van banken. Ter onderbouwing liet hij hen door hem valselijk opgemaakte koopovereenkomsten zien. Verdachte spiegelde de potentiële investeerders een lucratief rendement voor. De slachtoffers investeerden vervolgens grote bedragen waarna verdachte de ontvangen gelden witwaste. Ook heeft hij volgens de bewezenverklaring van het hof vervalste werkgeversverklaringen gebruikt om een hypotheek af te sluiten. De man was de spil in de fraude. Zijn ex-vrouw had een kleinere rol. Zij werd door het hof veroordeeld wegens valsheid in geschrift tot een taakstraf van 60 uur.
Eén van de cassatiemiddelen richt zich tegen de motivering van het hof van de bewezenverklaring van het opzettelijk gebruik maken van een vervalste werkgeversverklaring. De Hoge Raad oordeelt dat het hof bij de bewezenverklaring van dit feit een verkeerde maatstaf heeft toegepast en vernietigt de uitspraak van het hof in beide zaken op dit punt.
De Hoge Raad wijst de zaken terug naar het Hof voor een nieuwe berechting op het punt van de valsheid in geschrift en de strafoplegging.
Lees hier de volledige uitspraak.