Het hof veroordeelt verdachte voor grootschalige illegale dierenhandel binnen een criminele organisatie
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 18 januari 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:336
Het hof veroordeelt verdachte voor (onder meer) grootschalige illegale dierenhandel - in het bijzonder handel in vogels en katachtigen - binnen een criminele organisatie tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk, een voorwaardelijk beroepsverbod van één jaar, twee geldboetes van 500 euro en tot betaling van een eerder voorwaardelijk opgelegde geldboete van 10.000 euro.
Verdachte heeft meegedaan met de verkoop en levering van een aantal amoerpanters, ringstaartmaki’s, en tigons/lijgers aan een persoon of meer personen in de Verenigde Arabische Emiraten. Verdachte heeft niet alleen het transport van voornoemde dieren naar Dubai geregeld, maar hij heeft deze dieren vervolgens ook met de hulp van medeverdachte 1 - die in Dubai woonachtig was - in de Verenigde Arabische Emiraten verkocht. Uit de verschillende tapgesprekken tussen verdachte en medeverdachte 1 blijkt dat zij spraken over het vinden van klanten voor deze dieren en het bijbehorende verkoopbedrag.
Voorts heeft verdachte twee caracals binnen Europa onder zich gehad en ten verkoop aangeboden.
Verdachte heeft verder grote aantallen vogels die grotendeels in het wild waren gevangen via Turkije en Bulgarije ingevoerd. Verdachte kocht de partijen van een handelaar in Turkije. Vervolgens werden deze vogels in opdracht van verdachte via Bulgarije binnen de Europese Unie gebracht, waarna de vogels naar verdachte werden vervoerd. Hierbij werd uitgebreid gefraudeerd met papieren. Zo gaven de bij de transporten gevoegde documenten niet de werkelijke herkomst van de vogels weer om op die manier te verdoezelen dat de vogels uit het wild afkomstig waren.
Er is ook gehandeld in vogels die bestemd waren voor dierentuinen. Nadat de zending was aangekomen op Schiphol werden de tot deze zending behorende vogels via Nederland naar Sofia Zoo in Bulgarije vervoerd. Daarna werden deze vogels vanaf deze Bulgaarse dierentuin over de weg naar verdachte in Nederland vervoerd. Door op voornoemde wijze misbruik te maken van de zogenoemde “dierentuinvrijstelling”, kon verdachte deze vogels vervolgens in Nederland verkopen.
Verder is misbruik gemaakt van een vrijstellingsregeling voor vogels die bedoeld is voor - kort gezegd - huisdieren bij verhuizing van hun eigenaar. Dit vond plaats door telkens verschillende vogels per vliegtuig te (laten) verzenden waarbij per (in elk geval) vijf vogels een begeleider aanwezig was. Deze begeleider, die nooit de eigenaar was van de vogels, werd daarvoor betaald door verdachte dan wel medeverdachte 1. Na aankomst in Nederland werden deze vogels - onder meer - door verdachte verkocht. Van transport van een eigenaar met zijn of haar huisdier(en), waarvoor deze vrijstellingsregeling is bedoeld, was absoluut geen sprake.
Klaarblijkelijk om de illegale praktijken aan het zicht te onttrekken ontbreken delen van de administratie en zijn documenten vervalst. Het hof acht aannemelijk dat de illegale handel gericht was op het behalen van aanzienlijke winsten.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan deelneming aan een criminele organisatie, welke organisatie zich schuldig maakte aan (onder meer) voornoemde misdrijven. Verdachte, die net als medeverdachte 1 dierenhandelaar is, fungeerde als spin in het web binnen deze organisatie. Hij heeft de beschikking over een uitgebreid netwerk voor de wereldwijde handel in dieren waarop hij telkens een beroep deed.
Naast het voorgaande heeft verdachte in enkele gevallen dieren niet goed verzorgd.
Bewezenverklaring
- Feit 1: medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet, meermalen gepleegd en opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 13, eerste lid, van de Flora- en faunawet, meermalen gepleegd.
- Feit 2: overtreden van een voorschrift gesteld krachtens artikel 81, eerste lid, van de Flora- en faunawet, tweemaal gepleegd.
- Feit 3 primair bewezen: medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
- Feit 3 subsidiair: medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 10 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
- Feit 4: medeplegen van opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd en opzettelijk overtreden van een voorschrift, gesteld bij artikel 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
- Feit 5: medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.
- Feit 7: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
- Feit 8: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
- Feit 9: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk (met aftrek van voorarrest), een voorwaardelijk beroepsverbod van één jaar, twee geldboetes van 500 euro en tot betaling van een eerder voorwaardelijk opgelegde geldboete van 10.000 euro.
Lees hier de volledige uitspraak.