Hof Den Haag: Shell Nigeria aansprakelijk voor olielekkages Nigeria
/Gerechtshof Den Haag 29 januari 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:132, ECLI:NL:GHDHA:2021:133 en ECLI:NL:GHDHA:2021:134
De Nigeriaanse dochtervennootschap van Shell is aansprakelijk voor de gevolgen van twee olielekkages in Nigeria. Dat heeft het gerechtshof Den Haag beslist.
Vier Nigeriaanse boeren en Milieudefensie vorderen van Shell vergoeding van schade die zij zeggen te hebben geleden door olielekkages uit ondergrondse pijpleidingen en een olieboorput in Nigeria. Het gaat om leidinglekkages bij de Nigeriaanse dorpjes Oruma en Goi en een putlekkage bij het dorpje Ikot Ada Udo in de periode 2004-2007. Ook eisen zij dat Shell de verontreiniging beter opruimt en maatregelen treft om herhaling te voorkomen.
Shell wijst aansprakelijkheid van de hand. Volgens Shell zijn de lekkages veroorzaakt door sabotage en bestaat er in dat geval naar Nigeriaans recht geen aansprakelijkheid. Bovendien is de verontreiniging naar de mening van Shell afdoende opgeruimd. Dat opruimen doet Shell naar zeggen ongeacht de oorzaak van de lekkages.
Eerder, in een tussenarrest, heeft het gerechtshof Den Haag al beslist dat de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen over de vorderingen van de boeren en Milieudefensie.
Aansprakelijk voor schade
In twee eindarresten van vandaag heeft het gerechtshof de vorderingen inhoudelijk beoordeeld naar Nigeriaans recht. Volgens dat recht rust op degene die zich op sabotage van pijpleidingen beroept (Shell in dit geval) een zware bewijslast. Dat betekent dat sabotage beyond reasonable doubt moet worden aangetoond. Voor de pijpleidingen bij Oruma en Goi is dat bewijs niet door Shell geleverd. Shell Nigeria is daarom aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van het lekken van die pijpleidingen. De hoogte van de schadevergoeding moet nog worden vastgesteld in een vervolgprocedure (een schadestaatprocedure).
Lek detectie systeem
Bovendien vindt het gerechtshof dat Shell bij de Oruma-pijpleiding een beter waarschuwingssysteem moet inbouwen, waardoor toekomstige lekkages sneller worden opgemerkt. Dan kan de uitstroom van olie ingeval van een lekkage, en daarmee de (milieu)schade, worden beperkt. Die verplichting wordt opgelegd aan Shell Nigeria én de Shell moedervennootschap.
Verdere sanering?
Het is niet aannemelijk geworden dat Shell Nigeria bij Oruma en Goi onvoldoende heeft gesaneerd. Mocht er nog sprake zijn van restverontreiniging, dan is dat een aspect dat kan worden meegenomen in de schadestaatprocedure.
Sabotage olieboorput
Een derde uitspraak van het gerechtshof van vandaag gaat over de olieboorput bij Ikot Ada Udo. Daar staat sabotage wel vast. Het gerechtshof laat nog in het midden, of dat betekent dat Shell dus niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de lekkage. Eerst wil het gerechtshof opheldering over de vraag, of de verontreiniging nog moet worden opgeruimd en tot waar de verontreiniging zich heeft uitgestrekt. Over die laatste vraag lopen de standpunten van de procederende partijen ver uiteen. Deze zaak krijgt dus nog een vervolg.
Lees hier de volledige uitspraken: