Hoge Raad vernietigt arrest over ‘Mr.Big’-methode
/Hoge Raad 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1982
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft de verdachte bij arrest van 5 februari 2018 wegens een moord gepleegd in Kaatsheuvel in 2010 veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig jaren. In het opsporingsonderzoek was sprake van undercover optreden door politieambtenaren, dat wil zeggen dat politieambtenaren met de verdachte in contact traden zonder dat zij zich als opsporingsambtenaar bekend maakten. Tegenover deze politieambtenaren heeft de verdachte verklaard dat hij [slachtoffer] met een steen op het hoofd heeft geslagen en haar daarna heeft gewurgd. In deze cassatieprocedure gaat het met name om de vraag of die verklaring van de verdachte in zijn strafzaak mag worden gebruikt.
Het Hof heeft over het undercoveroptreden het volgende vastgesteld. Tijdens de in september 2013 aangevangen undercoveroperatie hebben diverse zakelijke en sociale contacten plaatsgevonden, waardoor een vertrouwensband tussen de verdachte en de politieambtenaren is ontstaan. Aan de verdachte is een “wellicht niet geheel legale baan” aangeboden bij een fictief beveiligingsbedrijf, met als voorwaarde dat hij opening van zaken zou geven omtrent de verdenking ter zake van zijn betrokkenheid bij de dood van [slachtoffer] . Hij zou IT-werkzaamheden moeten verrichten tegen onder meer een salaris van € 8.000,- per maand en hij zou ook andere klussen kunnen doen die geld zouden opleveren. Uiteindelijk is de verdachte uitgenodigd om in september 2014 naar Spanje te komen, waar hij op 18 september 2014 onder meer ten overstaan van één van de politieambtenaren, die zich voordeed als de baas, de voor het bewijs gebruikte bekennende verklaring heeft afgelegd.
Deze opsporingsmethode wordt ook wel de ‘Mr. Big’-methode genoemd, een benaming die uit Canada afkomstig is. Die ‘Mr. Big’-methode is niet een eenduidige, nauw omlijnde opsporingsmethode. Het gaat om een algemene en globale aanduiding voor een operatie waarbij een belangrijke rol speelt het heimelijk optreden van de politie dat is gericht op het winnen van het vertrouwen van de verdachte teneinde deze ertoe te brengen een bekentenis af te leggen aan de politieambtenaren.
Er kan geen algemeen en eenduidig juridisch antwoord worden gegeven op de vraag of ‘Mr. Big’ als opsporingsmethode wel of niet toelaatbaar is. De Hoge Raad oordeelt in dit arrest over het specifieke optreden van de politieambtenaren in deze zaak en over de vraag of het gebruik van de verklaringen van de verdachte voor het bewijs in overeenstemming is met het recht. Bij deze beoordeling gaat het vooral om de vraag of de verklaringsvrijheid van de verdachte is geschonden. De Hoge Raad komt in dit arrest tot het oordeel dat de veroordeling van de verdachte niet in stand kan blijven, omdat het oordeel van het Hof dat de verklaringsvrijheid van de verdachte is gerespecteerd, niet toereikend is gemotiveerd. Daarbij heeft de Hoge Raad gelet op het verloop van het opsporingstraject en de bemoeienis die de politieambtenaren hebben gehad met wezenlijke onderdelen van de door de verdachte afgelegde verklaring. Het Hof heeft ook onvoldoende aandacht besteed aan de vraag of de verslaglegging van het verloop van het opsporingstraject als geheel op juiste wijze heeft plaatsgevonden. De uitspraak van het Hof wordt daarom vernietigd. De zaak zal door het Gerechtshof Den Haag opnieuw worden onderzocht en beoordeeld.
Lees hier de volledige uitspraak.