HR ambtshalve: OM is nog slechts voor wat betreft een deel van de tenlastegelegde periode ontvankelijk in zijn vervolging

Hoge Raad 2 oktober 2012, LJN BX5112 Feiten

Verzoeker is bij arrest van 16 november 2010 door het Gerechtshof te Amsterdam veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden wegens:

Feit 1 en 2: het als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat zij hem gedaan wordt teneinde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen, meermalen gepleegd en als ambtenaar een gift aannemen, wetende dat zij hem gedaan wordt naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan, meermalen gepleegd, art. 363  Sr en

Feit 3: opzettelijke schending van een ambtsgeheim, meermalen gepleegd, art. 272 Sr.

Voorts heeft het Hof verzoeker veroordeeld tot een taakstraf.

Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak

Hetgeen onder feit 3 is strafbaar gesteld in art. 272 Sr Op het misdrijf van art. 272 Sr is een gevangenisstraf van een jaar gesteld.

De feiten zijn volgens de tenlastelegging begaan in de periode van 9 juli 1999 tot en met 9 juli 2005. Op grond van art. 70, aanhef en onder 2°, Sr in verbinding met het tweede lid van art. 72 Sr beloopt de verjaringstermijn in het onderhavige geval ten hoogste twee maal zes jaren. Uit het vorenstaande vloeit dan ook rechtstreeks voort dat het Openbaar Ministerie nog slechts wat betreft een deel van de tenlastegelegde periode ontvankelijk is in zijn vervolging van het onder 3 tenlastegelegde. De bestreden uitspraak kan daarom wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 3 tenlastegelegde en de strafoplegging niet in stand blijven.

Op grond van art. 70 sub 2 jo 72 Sr beloopt de verjaringstermijn in het onderhavige geval maximaal twaalf jaar (twee maal zes jaren).

Het OM is nog slechts een deel van de tenlastegelegde periode ontvankelijk in zijn vervolging.

De Hoge Raad vernietigd de uitspraak voor het tenlastegelegde in de ‘verjaarde periode’ en de strafoplegging daarbij.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^