HR: Belastingdienst mag foto's snelwegcamera's niet gebruiken
/Hoge Raad 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:288, ECLI:NL:HR:2017:287, ECLI:NL:HR:2017:286
De Belastingdienst mag voor de controle van rittenregistraties in het kader van privé-gebruik van een auto van de zaak geen gebruik maken van met ANPR-camera’s vastgelegde beelden. Voor het gebruik van deze beelden bestaat namelijk geen toereikende wettelijke grondslag. Dat oordeelt de Hoge Raad vandaag in drie zaken.
Drie belastingplichtigen mogen van hun werkgever een auto van de zaak gebruiken. Zij hebben aangegeven dat zij niet privé in deze auto rijden. Jaarlijks overleggen ze aan de Belastingdienst een rittenregistratie waaruit blijkt dat het privégebruik van de auto onder de 500 kilometer is gebleven. De Belastingdienst accepteertdeze rittenregistraties niet omdat de auto’s zijn gesignaleerd op locaties die niet overeenkomen met de gegevens in de rittenregistraties. De belastingdienst heeft dit vastgesteld aan de hand van foto’s die zijn gemaakt door snelwegcamera’s van het Korps landelijke politiediensten (KLPD). Deze camera’s zijn voorzien van automatische nummerplaatherkenning ( ‘Automatic Number Plate Recognition’ (ANPR)).
De Hoge Raad oordeelt dat het privéleven van de betrokkenen wordt geraakt door de manier van het verzamelen en gebruiken van de met ANPR-camera’s verkregen gegevens. Het gaat hier namelijk niet om één of enkele waarnemingen in de openbare ruimte, maar om het systematisch verzamelen, vastleggen, bewerken en jarenlang bewaren van gegevens over de bewegingen van voertuigen op diverse plaatsen in Nederland. Een voldoende precieze wettelijke grondslag - die in zo’n geval is vereist op grond van artikel 8 EVRM - ontbreekt hiervoor.
Anders dan advocaat-generaal Niessen concludeerde (ECLI:NL:PHR:2016:883 en ECLI:NL:PHR:2016:884) geldt dit volgens de Hoge Raad ook indien ervan moet worden uitgegaan dat de Belastingdienst de ANPR-gegevens heeft verkregen van het KLPD op basis van artikel 55 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR), en deze niet zelfstandig heeft verzameld. Ook artikel 55 AWR biedt volgens de Hoge Raad geen voldoende precieze grondslag voor het verzamelen, vastleggen, bewaren en gebruiken van de ANPR-gegevens.
De aan de belastingplichtigen opgelegde naheffingsaanslagen loonheffingen mogen niet worden gebaseerd op de ANPR-gegevens. In twee van de drie zaken verwijst de Hoge Raad de zaak naar een ander gerechtshof. Dat hof zal moeten beoordelen ofde auto’s voor niet meer dan 500 km per jaar privé zijn gebruikt. Daarbij mag geen gebruik worden gemaakt van de met behulp van ANPR-camera’s verzamelde gegevens. In de andere zaak waren de naheffingsaanslagen uitsluitend gebaseerd op ANPR-foto’s. De Hoge Raad kon de zaak daarom zelf afdoen.
Lees hier de volledige uitspraken:
- Hoge Raad 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:288
- Hoge Raad 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:287
- Hoge Raad 24 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:286